De officier van justitie was van oordeel dat de aangifte van de vrouw voldoende werd ondersteund door de overige bewijsmiddelen. Daarom eiste het Openbaar Ministerie onder andere een voorwaardelijke celstraf van 114 dagen, een werkstraf van 60 uur en een contact- en locatieverbod met de vrouw. De rechtbank gaat hier niet in mee en vindt dat er onvoldoende overtuigende bewijsmiddelen zijn.
De volledige uitspraak wordt binnenkort gepubliceerd.