Volgens de rechtbank is iedere herkenning op zichzelf staand onvoldoende betrouwbaar of onvoldoende concreet om als bewijs te kunnen dienen. Daarom kunnen de herkenningen ook in onderlinge samenhang niet leiden tot bruikbaar bewijs. Ook is voor de rechtbank relevant dat uit onderzoek van de telefoongegevens, bankrekening en OV-chipkaart van de man geen informatie naar voren komt waaruit volgt dat hij vlak voor, tijdens of na de overval in Zutphen is geweest.