In de beoordeling heeft de rechtbank meegewogen dat het slaan met een stok tegen het hoofd zwaar lichamelijk letsel kan veroorzaken, zeker als meerdere personen op die manier tegelijk geweld uitoefenen. Om die reden heeft de rechtbank de ten laste gelegde poging tot zware mishandeling bewezen verklaard. Verder hebben de drie broers in gelijke mate een bijdrage geleverd aan het geweld, zodat sprake is van medeplegen.
De rechtbank vindt niet bewezen dat de broers de poging tot zware mishandeling met voorbedachte raad hebben gepleegd, zoals door de officier van justitie ten laste was gelegd. De rechtbank oordeelt dat niet kan worden vastgesteld dat de verdachten voorafgaand aan het geweldsincident hebben nagedacht over het plan om het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. De rechtbank spreekt de verdachten dan ook vrij van dat deel van de tenlastelegging.
De derde, minderjarige, broer is op 24 november 2016 door de kinderrechter veroordeeld tot een werkstraf van 140 uren, waarvan de helft voorwaardelijk.