Praat een half uurtje met strafrechter Judith Uitermark en de verhalen over bemiddeling tussen daders en slachtoffers vliegen om je oren. Over een op straat mishandelde vrouw die uit angst in vermomming naar de mediator ging, maar uiteindelijk haar hoofddoek en zonnebril afdeed. 'Want dat monster bleek ook maar gewoon een meisje te zijn.'
Of over een woedende man die naar de overbuurvrouw riep: 'Ik steek je huis in de fik!'. Haar zoontje plaste daarna steeds in bed en kreeg problemen op school. 'Dat vond die vrouw het ergste, zei ze bij de mediator: dat hij haar autistische zoon zo bang had gemaakt. Toen bleek dat de buurman ook autisme had. Hij werd dikke maatjes met het jongetje.'
Uitermark studeerde af op mediation in het strafrecht toen dat in Europa in opkomst was, maar hier nog niet bestond. ‘Inmiddels loopt Nederland voorop. Dat is grotendeels te danken aan de rechtbanken en de mediationbureaus die daar zijn opgezet.’ Ze nam het stokje over van de pioniers en knokte – na een succesvolle proef bij 6 rechtbanken – voor het behoud van bemiddeling in strafzaken.