Valt een verkeersovertreding niet onder de Wet Mulder, dan beslist de officier van justitie of hij u: een strafbeschikking oplegt, een transactievoorstel doet of voor de rechter dagvaardt. In het geval van een strafbeschikking krijgt u een brief van het CJIB met bovenaan de letter O. In het geval van een transactievoorstel staat bovenaan de brief de letter T.
Als u bezwaar maakt tegen een strafbeschikking en dit door de officier van justitie wordt afgewezen, kunt u hiertegen in beroep gaan bij de kantonrechter.
Als u het transactievoorstel niet accepteert, bepaalt de officier van justitie of de rechter een uitspraak moet doen over uw zaak. Soms stuurt hij nog een tweede transactievoorstel.
In het geval van een dagvaarding, moet u voor de politierechter of de meervoudige strafkamer komen.
Lees hier meer over
de gerechtelijke procedures.