3.1. Alle zaken waarvoor een mondelinge behandeling wordt gepland, vinden fysiek in de zittingszaal, online of telefonisch plaats.
3.2. Contact met minderjarigen vindt fysiek in de rechtbank, online of telefonisch plaats.
3.3. De rechtbank bepaalt op welke wijze de mondelinge behandeling plaatsvindt. Daarbij is een combinatie van fysieke aanwezigheid in de zittingszaal, online en telefonisch mogelijk.
3.4. Of een mondelinge behandeling fysiek in de zittingszaal, online of telefonisch moet plaatsvinden wordt bepaald aan de hand van (een van) de volgende criteria:
- het is feitelijk onmogelijk om de mondelinge behandeling via telefonische (beeld)verbinding te laten plaatsvinden
- er is sprake van een maatschappelijk belang
- er is sprake van een persoonlijk belang
- de complexiteit van de zaak vergt fysieke aanwezigheid in de zittingszaal
- er is sprake van een groot aantal procespartijen en/of de aanwezigheid van een tolk is vereist.
3.5. De rechtbank bepaalt het tijdstip waarop de zaak wordt behandeld, zo mogelijk na overleg met alle partijen/belanghebbenden/betrokkenen. In geval van klemmende redenen, kan schriftelijk een verzoek tot uitstel worden gedaan. Degene die uitstel vraagt, dient de verhinderdata van beide partijen op te geven voor ten minste 3 maanden.
3.6. Aan de verzoekende partij wordt verzocht om zoveel mogelijk de telefoonnummers en/of andere digitale contactgegevens van partijen/belanghebbenden/betrokkenen schriftelijk kenbaar te maken aan de rechtbank (met inachtneming van de privacyregels, dus niet in processtukken maar in een begeleidend schrijven).
3.7. Voor zaken waarin stukken tot aan de mondelinge behandeling kunnen worden ingediend, wordt partijen dringend verzocht om stukken uiterlijk 3 werkdagen vóór de mondelinge behandeling in te dienen. Als dat niet lukt, dan kan de rechtbank bepalen dat de mondelinge behandeling geen doorgang kan vinden.
3.8. Voor een efficiënte mondelinge behandeling van de hierna te noemen zaken kan de rechtbank bepalen dat verweerder uiterlijk een dag voorafgaand aan de mondelinge behandeling een kort schriftelijk standpunt indient:
- Voorlopige en provisionele voorzieningen ex art. 822 en 223 Rv (in het geval dat de veiligheid van kinderen in het geding is),
- Art. 1:253a BW-zaken (in het geval dat de veiligheid van kinderen in het geding is)
- Voorlopige voorzieningen inzake Wet tijdelijk huisverbod
- Kort gedingen in familie- en jeugdzaken
- Gezag en omgangs-zaken