Indien een mondelinge behandeling in een kanton- of handelszaak wordt gehouden bepaalt de rechtbank of de mondelinge behandeling plaatsvindt met fysieke aanwezigheid van alle procespartijen en overige procesdeelnemers, hybride, of online dan wel via een telefonische (beeld)verbinding.
Indien de coronasituatie daartoe aanleiding geeft zal aan de hand van onder meer de volgende criteria worden bepaald of een zaak bij voorrang voor behandeling in een
fysieke zitting in aanmerking komt:
- emotioneel belastend;
- kwetsbare partijen/belanghebbenden;
- slechte digitale beschikbaarheid van partijen;
- veel partijen en/of betrokken instanties;
- enquêtes;
- zitting gericht op onderzoeken schikkingsmogelijkheid;
- hoge complexiteit van een zaak;
- te verwachten lange duur van een zitting.
Indien de coronasituatie daartoe aanleiding geeft kunnen de volgende zaaksoorten op grond van de hierboven genoemde criteria voorrang krijgen voor een behandeling in
een fysieke zitting (zonder andere zaken van fysieke behandeling uit te sluiten als dat op grond van genoemde criteria nodig is):
- Kort gedingen
- Rekesten ontslag statutair bestuurder
- Deelgeschillen
- Voorlopige voorzieningen ex art. 223 Rv.
- Overige voorlopige voorzieningen
-
Huurzaken (o.a. ontbinding/ontruiming vanwege criminaliteit en ernstige overlast)
- Bezwaar/beroepschriften in het kader van faillissementsbeslissingen
- Handelsrekesten bij de voorzieningenrechter (dus inroepen huurbeding,
verlofverkopen aandelen etc.)
-
Beëdigingen (o.m. advocaten/deurwaarders/vertalers)
- Erfrechtrekesten
-
Wwz-zaken waar het gaat om ontbinding, schorsing, vernietiging opzegging,
loondoorbetaling en/of concurrentiebeding
- getuigenverhoren.
Bovengenoemde lijst is niet limitatief.