Laden...

Kindgesprek en zitting over een ondertoezichtstelling

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksOnderwerpen > Ondertoezichtstelling > Kindgesprek en zitting over een ondertoezichtstelling

Waar u 'ouders' leest, gaat het om één of twee ouders met gezag, verzorgers met gezag of voogden. En waar u 'kind' leest, kunnen dit ook meer kinderen zijn.

Waarom is er een zitting?

Voordat de zitting begint, heeft de kinderrechter al documenten gekregen en gelezen. Bijvoorbeeld het verzoek tot ondertoezichtstelling (OTS), voorlopige ondertoezichtstelling (VOTS) of verlenging van een OTS. De kinderrechter beslist over het verzoek. Daarvoor is het nodig dat de kinderrechter een goed beeld krijgt van uw kind(eren) en de thuissituatie. De kinderrechter stelt er vragen over tijdens de zitting en luistert naar u en de andere aanwezigen. Het kan zijn dat de kinderrechter eerst een kindgesprek voert voordat de zitting plaatsvindt.

 

Wat is een kindgesprek?

Een kindgesprek is een gesprek tussen de kinderrechter en uw kind. Kinderen van acht jaar of ouder krijgen altijd een uitnodiging voor het kindgesprek. Uw kind is niet verplicht om naar het kindgesprek te gaan als het hier een uitnodiging voor krijgt. De kinderrechter vindt het wel heel belangrijk om de mening van uw kind te horen. Als ouder bent u niet bij een kindgesprek aanwezig.

 

Wie zijn er bij de zitting aanwezig?

De zitting vindt plaats in de zittingszaal. De zitting is niet voor iedereen toegankelijk. Alleen de volgende mensen mogen bij de zitting zijn.

Belanghebbenden en hun eventuele advocaat

Belanghebbenden zijn in elk geval:

  • u en de eventuele andere ouder(s) of verzorger(s) met gezag of voogdij
  • uw kind(eren) van twaalf jaar of ouder. De kinderrechter praat voor de zitting met het kind van acht jaar of ouder, als het kind dat wil
  • de stiefouder als deze met de verzorgende ouder en het kind samenleeft
  • de pleegouder(s) die het kind een jaar of langer verzorgt en opvoedt
  • de verzoeker (meestal de Raad voor de Kinderbescherming, of de jeugdbeschermingsorganisatie bij een verzoek tot verlenging van de OTS)

Informanten en andere personen

De kinderrechter kan ook toegang tot de zitting verlenen aan de volgende personen.

  • Informanten, van wie de kinderrechter de verklaring belangrijk vindt, bijvoorbeeld een ouder of verzorger zonder gezag of een hulpverlener zoals een maatschappelijk werker. Bij een eerste verzoek tot OTS wordt de jeugdbeschermingsorganisatie uitgenodigd voor de zitting als informant.
  • Andere personen die om praktische redenen aanwezig moeten zijn, bijvoorbeeld een tolk of de parketpolitie.

Wat beoordeelt de rechter?

Meestal heeft de kinderrechter na het lezen van alle documenten, het horen van aanwezigen tijdens de zitting en soms een kindgesprek een beeld van uw kind en de thuissituatie. De kinderrechter kan dan beoordelen of een (verlenging van de) OTS nodig is. Dit is het geval als:

  • er ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling van het kind, en
  • hulpverlening die nodig is niet of onvoldoende wordt geaccepteerd, en
  • de verwachting is dat de ouder(s) met gezag over een tijd weer zelf het kind kan verzorgen en opvoeden

 

Wanneer beslist de kinderrechter?

Vaak vertelt de kinderrechter aan het einde van de zitting zijn beslissing. Het kan zijn dat de kinderrechter tijdens de zitting zegt dat hij langer moet nadenken over de beslissing.


Heeft u een vraag?

Voor meer informatie of hulp, bezoek de contactpagina. Daar vindt u antwoorden op veelgestelde vragen en informatie over hoe u ons kunt bereiken.