Laden...

Ruim 3 jaar cel voor dood pleegkind

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksGerechtshof Amsterdam > Nieuws > Ruim 3 jaar cel voor dood pleegkind
Amsterdam, 18 november 2025

Het gerechtshof Amsterdam veroordeelt een 49-jarige vrouw tot een gevangenisstraf van ruim 3 jaar wegens zware mishandeling van haar pleegkind die als gevolg daarvan is overleden. Dat is vandaag in hoger beroep beslist. De rechtbank in Noord-Holland veroordeelde de vrouw tot een gevangenisstraf van ruim 4 jaar. Het Openbaar Ministerie (OM) achtte doodslag bewezen en eiste een gevangenisstraf van 7 jaar. De verdediging had vrijspraak bepleit.

Ernstig hersenletsel

Op 6 april 2020 belde de verdachte met 112 om te melden dat haar pleegzoon, toen twee jaar en acht maanden oud, onwel was geworden. De jongen is vervolgens per ambulance naar het ziekenhuis in Alkmaar vervoerd. Na daar te zijn geopereerd aan een grote bloeduitstorting onder het harde hersenvlies is hij overgebracht naar het Leids Universitair Medisch Centrum waar hij twee dagen later als gevolg van ernstig hersenletsel is overleden. 

Verklaringen deels ongeloofwaardig

De verdachte heeft steeds ontkend dat zij het letsel veroorzaakte. Zij verklaarde dat zij haar pleegkind met zijn gezicht in de hondendrinkbak zag liggen, hem toen heeft vastgepakt en hij daarna met zijn hoofd tegen de drempel aankwam. Zij ging daarna met hem naar boven, waar zij haar vinger in zijn mond deed om het water uit hem te krijgen en schudde hem om hem 'wakker' te krijgen. Hoewel het hof sommige delen van de verklaringen van de verdachte gelooft, stelt het hof vast dat zij niet over de volledige toedracht heeft verklaard en dat niet alle onderdelen van haar verklaringen geloofwaardig zijn. Het hof baseert dat op het uitgebreide forensisch-medisch onderzoek dat in deze zaak is verricht, waaruit volgt dat de jongen om het leven kwam door toegebracht hevig stompend/botsend geweld en/of door hevig schudden. Het hof komt tot de conclusie dat het niet anders kan zijn dan dat het de verdachte was die het vastgestelde fatale letsel bij de jongen veroorzaakte. Het hof gaat ervan uit dat de verdachte niet de intentie (vol opzet) had de jongen zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, maar wel dat zij bewust het risico nam dat de jongen door haar handelen zwaar lichamelijk letsel zou oplopen. 

Eenmalige zeer tragische gebeurtenis

Door wat de verdachte heeft gedaan, heeft zij onvoorstelbaar groot leed toegebracht aan de biologische ouders en de andere naasten van de jongen. Zij zullen voor de rest van hun leven met dit onherstelbare verlies geconfronteerd blijven. De immense omvang van het verlies en het intense verdriet blijkt ook uit de slachtofferverklaringen van de biologische ouders. In zijn jonge leven had de jongen al veel meegemaakt, waaronder plaatsingen bij verschillende pleeggezinnen. Het was nu juist de taak van de verdachte, als pleegouder, om hem een veilige omgeving, bescherming en geborgenheid te bieden, een taak waarin de verdachte op grove wijze is tekortgeschoten.

Anderzijds laat het hof meewegen dat de verdachte oprecht en ontdaan overkomt als zij verklaart over de jongen en wat diens dood (ook) bij haar heeft teweeggebracht. Tot de fatale gebeurtenissen op 6 april 2020 waren er geen aanwijzingen dat de verdachte geen goede pleegmoeder zou zijn of dat zij eerder gewelddadig zou zijn geweest. Ze is niet eerder met justitie in aanraking geweest. Het hof gaat er daarom vanuit dat het hier een eenmalige, zeer tragische, gebeurtenis betreft, waarbij de verdachte haar zelfbeheersing heeft verloren. Zij heeft ook geprobeerd om de gevolgen van haar daden vrijwel direct te beperken, door onder meer de hulpdiensten in te schakelen. 

Schadevergoeding

Het hof beslist ook dat de verdachte aan de biologische ouders van de jongen ieder een schadevergoeding van 20.000 euro aan immateriële schade (affectieschade) moet betalen. 

Uitspraken