Laden...

Celstraf voor ontucht

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksGerechtshof Arnhem-Leeuwarden > Nieuws > Celstraf voor ontucht
Arnhem, 26 november 2018

Het gerechtshof in Arnhem heeft vandaag een 28-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 26 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk. Verdachte wordt verweten dat hij ontucht heeft gepleegd met in totaal zeven jonge meisjes die verbleven bij een Buiten Schoolse Opvang (BSO). Hij was daar werkzaam als pedagogisch medewerker.

De rechtbank

De rechtbank Midden-Nederland heeft verdachte op 1 mei 2018 voor het plegen van ontucht met alle zeven slachtoffers veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twintig maanden. De rechtbank heeft daarnaast de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden aan hem opgelegd. Een van deze voorwaarden was dat verdachte zich in een kliniek moest laten behandelen. Dit oordeel is onder andere gebaseerd op een onderzoek van een psycholoog en een psychiater.
De verdachte heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld.

Voorwaarden bij een terbeschikkingstelling en bij een voorwaardelijke straf

Een terbeschikkingstelling met voorwaarden moet worden onderscheiden van een terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege (dwangverpleging). Bij de terbeschikkingstelling met voorwaarden stelt de rechter voorwaarden over behandeling en begeleiding waaraan de terbeschikkinggestelde zich moet houden. Als de verdachte die voorwaarden niet naleeft, dan kan de rechter alsnog dwangverpleging opleggen.
De rechter kan behandeling en begeleiding ook aan een verdachte opleggen als bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijke straf. Als de veroordeelde een voorwaarde dan niet naleeft, kan de rechter alsnog die straf ten uitvoer leggen.

De beslissing van het hof

Het gerechtshof is van oordeel dat de rechtbank terecht heeft veroordeeld voor het plegen van ontucht met alle zeven slachtoffers.

In hoger beroep is verdachte door een andere psychiater en andere psycholoog opnieuw onderzocht. Zij hebben beiden geadviseerd de verdachte te laten behandelen als bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijke straf, in plaats van een terbeschikkingstelling met voorwaarden. Deze behandeling zou buiten een kliniek kunnen plaatsvinden, een zogenoemde ambulante behandeling. De deskundigen zijn van mening dat het gevaar laag is dat verdachte op korte termijn opnieuw ontucht pleegt.

Het hof is het hiermee eens. Geen van de deskundigen die aan de rechtbank en het hof hebben gerapporteerd, heeft vastgesteld dat bij verdachte sprake is van pedofilie. Inmiddels heeft de verdachte zich in de gevangenis vrijwillig onder behandeling gesteld. Het hof hecht waarde aan de adviezen van de deskundigen die hem het meest recent hebben onderzocht. Het hof ziet geen aanwijzingen dat verdachte zich zal onttrekken aan een behandeling als een bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijke straf. Het hof is van oordeel dat een ambulante behandeling van verdachte in het kader van deze bijzondere voorwaarden volstaat om gevaar op herhaling van ontucht te beperken. Daarbij legt het hof een langere proeftijd op dan gebruikelijk. Dat betekent dat verdachte vijf jaar lang kan worden behandeld en begeleid.

Het hof veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 26 maanden, waarvan tien maanden voorwaardelijk.

Uitspraken