Het gaat in deze zaak om een man die in 1992 is gescheiden. Daarbij is afgesproken dat zijn pensioenrechten worden verrekend. Sinds zijn pensionering betaalt hij daarom een deel van zijn pensioenuitkeringen door aan zijn voormalige echtgenote. Hij brengt deze doorbetalingen in aftrek voor de inkomstenbelasting als persoonsgebonden aftrek. Vanaf 2020 wordt het maximale tarief voor de persoonsgebonden aftrek stapsgewijs afgebouwd (met 3,5% in 2020 en 6,5% in 2021).