In het wetsvoorstel staat dat scholen de wettelijke taak krijgen om niet alleen les te geven over burgerschap, maar ook om een schoolcultuur te creëren die past bij de waarden van de democratische rechtsstaat. Bezoeken van schoolklassen aan gerechten maken duidelijk dat kennis over de rechtspraak, haar werking en positie in de trias politica onder jongeren beperkt is. De Raad vindt het daarom heel belangrijk dat jongeren leren wat de rol van de rechter is in het beslechten van conflicten, het handhaven van de rechtsorde en het waarborgen van gelijke behandeling. Deze kennis draagt bij aan vertrouwen in de rechtsstaat.

Ook vindt de Raad dat het wetsvoorstel te vaag blijft over hoe scholen abstracte begrippen als 'rechter', 'rechtspraak', 'democratie' en 'rechtsstaat' kunnen koppelen aan de dagelijkse leefwereld van studenten. In concretere zin betekenen deze begrippen voor een student bijvoorbeeld, dat eigen vrijheid niet ten koste mag gaan van de vrijheid van een medestudent. Of dat discriminatie bij het toekennen van een stageplek niet is toegestaan. Maak zichtbaar wat de rechtsstaat betekent in iemands leven, stelt de Raad en hij adviseert daarom in het wetsvoorstel duidelijk te maken hoe deze vertaling naar de leefwereld van studenten wordt vormgegeven.

Wetgevingsadvies over de Wet uitwerking burgerschapsopdracht (pdf, 296,6 KB)