Laden...

Nieuw onderzoek biedt heldere richtlijn voor smartengeld bij straf- en civiel recht

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRaad voor de rechtspraak > Nieuws > Nieuw onderzoek biedt heldere richtlijn voor smartengeld bij straf- en civiel recht
Den Haag, 09 september 2025

In één oogopslag een indicatie van een passend smartengeldbedrag bij lichamelijk en geestelijk letsel en andere persoonsaantastingen. Dat is de belangrijkste uitkomst van een vandaag gepubliceerd onderzoek door onderzoekers van de Erasmus University Rotterdam, in opdracht van de Raad voor de rechtspraak. Ze onderzochten hoe in Nederland deze bedragen beter kunnen worden vastgesteld. De uitkomst draagt bij aan meer duidelijkheid en houvast bij het vaststellen van smartengeld in het straf- en civiel recht.

Vaststelling hoogte smartengeld

Smartengeld is vorm van schadevergoeding; een tegemoetkoming in geld voor geleden immateriële schade. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om het leed dat iemand heeft ervaren of de levensvreugde die door een gebeurtenis als een misdrijf is afgenomen. Onder de noemer 'Rotterdamse Schaal’ vormt de uitgebreide lijst in dit onderzoek een hulpmiddel bij het vaststellen van de hoogte van smartengeld per gebeurtenis. In de schaal zijn alle mogelijke vormen van fysiek en geestelijk letsel te vinden, plus een aantal veelvoorkomende strafbare feiten waarbij aanspraak op smartengeld kan worden verwacht.

Werking Rotterdamse Schaal

Per categorie wordt in de Rotterdamse Schaal een bandbreedte gegeven van de bedragen voor het smartengeld. Zo wordt een aanknopingspunt geboden voor de vaststelling van het bedrag. Het is aan de rechter om te beoordelen of hij het beschreven smartengeldniveau passend vindt en het staat hem vrij om daar (gemotiveerd) van af te wijken. Bij de totstandkoming van de schaal hebben de onderzoekers geput uit de Engelse 'Guidelines for the Assessment of General Damages in Personal Injury Cases' en de Ierse 'Personal Injury Guidelines' en hebben zij uitbreid (Nederlands) jurisprudentieonderzoek verricht. 

Verschillende soorten letsel

In de schaal zijn per letselcategorie of persoonsaantasting allerlei factoren terug te vinden die van invloed kunnen zijn op het smartengeld. Om een voorbeeld te noemen: voor middelzwaar polsletsel met blijvende beperking maar waarbij nog enige belastbaarheid mogelijk is, geldt een bandbreedte van 17 duizend euro tot 27 duizend euro. Op basis van factoren als de leeftijd van het slachtoffer, de duur van het letsel, en de daaruit voortvloeiende klachten kan door de rechter worden gekozen voor een hoger, of juist lager bedrag binnen deze bandbreedte. Bij zaken waarbij sprake is van geestelijk letsel werkt de schaal net zo. Neem de bandbreedte bij belaging. Daar ligt het bedrag tussen de 5- en 8 duizend euro en bepalen de duur, frequentie, intensiteit, handelswijze van een dader en de gevolgen voor het slachtoffer het uiteindelijke bedrag.

Verbetering huidige praktijk

Volgens de onderzoekers kan de schaal bijdragen aan het verbeteren van rechtszekerheid en rechtseenheid door het verminderen van willekeur bij het vaststellen van smartengeldbedragen. Zowel tussen civielrechtelijke uitspraken of strafrechtelijke uitspraken onderling als tussen de twee rechtsgebieden, omdat de schaal op beide rechtsgebieden toepasbaar is. Ook kan door de schaal het verschil in niveau van het smartengeld in het strafrecht en het civiel recht kleiner worden gemaakt. Dit is waardevol nu de strafrechter veel vaker dan zijn civiele collega beslist over de hoogte van smartengeld. Het gebruik van de schaal kan ook leiden tot een betere uitleg van een rechterlijke uitspraak, omdat afwijken van de genoemde bandbreedtes de rechter beweegt tot een goede motivering daarvan. Tot slot kan de schaal ook behulpzaam zijn bij het bepalen van de hoogte van het smartengeld in de buitengerechtelijke praktijk. 

Rémy van Leest, lid van de Raad voor de rechtspraak, nam het rapport vandaag in ontvangst. Hij is enthousiast over de praktische invulling van het onderzoek. 'De Rotterdamse schaal is zo helder en duidelijk, dat je het bij wijze van spreken vandaag nog zou kunnen gebruiken in rechtszaken. Ook geeft dit overzicht slachtoffers en hun advocaten inzicht in de mogelijke hoogte van het smartengeld, waarover regelmatig nog onduidelijkheden bestaan.'

Toepassing in de rechtspraak

De Rotterdamse schaal biedt direct een richtlijn die bij het vaststellen van de hoogte van het smartengeld gebruikt kan gaan worden. Het is nu aan de rechtspraak om te beoordelen in hoeverre zij de schaal zal overnemen. De rechterlijke overlegorganen (LOVS, LOVCK en LOVCH) gaan verder aan de slag met de vraag of de Rotterdamse schaal ook aanleiding vormt om te komen tot een ‘rechtersregeling’ (met richtlijnen, aanbevelingen en oriëntatiepunten). Wanneer hierover meer duidelijkheid bestaat, volgt berichtgeving via deze site. 

Uitspraken