Volgens de onderzoekers kan de schaal bijdragen aan het verbeteren van rechtszekerheid en rechtseenheid door het verminderen van willekeur bij het vaststellen van smartengeldbedragen. Zowel tussen civielrechtelijke uitspraken of strafrechtelijke uitspraken onderling als tussen de twee rechtsgebieden, omdat de schaal op beide rechtsgebieden toepasbaar is. Ook kan door de schaal het verschil in niveau van het smartengeld in het strafrecht en het civiel recht kleiner worden gemaakt. Dit is waardevol nu de strafrechter veel vaker dan zijn civiele collega beslist over de hoogte van smartengeld. Het gebruik van de schaal kan ook leiden tot een betere uitleg van een rechterlijke uitspraak, omdat afwijken van de genoemde bandbreedtes de rechter beweegt tot een goede motivering daarvan. Tot slot kan de schaal ook behulpzaam zijn bij het bepalen van de hoogte van het smartengeld in de buitengerechtelijke praktijk.
Rémy van Leest, lid van de Raad voor de rechtspraak, nam het rapport vandaag in ontvangst. Hij is enthousiast over de praktische invulling van het onderzoek. 'De Rotterdamse schaal is zo helder en duidelijk, dat je het bij wijze van spreken vandaag nog zou kunnen gebruiken in rechtszaken. Ook geeft dit overzicht slachtoffers en hun advocaten inzicht in de mogelijke hoogte van het smartengeld, waarover regelmatig nog onduidelijkheden bestaan.'