De vrouw gaf naderhand zelf aan dat haar woorden als grap waren bedoeld en dat zij niet de bedoeling had anderen daadwerkelijk aan te zetten tot geweld tegen de politicus. Hier gaat de rechtbank niet in mee. Het recht op demonstratie en de vrijheid van meningsuiting zijn fundamentele onderdelen van de rechtsstaat. Door publiekelijk op te roepen tot het doodschieten van Baudet heeft de vrouw echter de grens van de vrijheid van meningsuiting overschreden en zich schuldig gemaakt aan zowel opruiing als bedreiging.

Ten aanzien van de opruiing weegt de rechtbank mee dat de leus aanzet tot een strafbaar feit en dat de tekst op zichzelf al een opruiend karakter had. Dit werd nog eens versterkt door de context waarin de uitlating werd gedaan: een demonstratie die plaatsvond enkele dagen nadat Forum voor Democratie een aanzienlijke verkiezingswinst had geboekt. Deze omstandigheden roepen sterke associaties op met de moord op Pim Fortuyn in 2002, kort voor de Tweede Kamerverkiezingen. Dat de vrouw zich niet van deze context bewust was, vindt de rechtbank niet geloofwaardig.

De associatie met de moord op Fortuyn draagt er ook toe bij dat er sprake was een redelijke vrees dat het misdrijf waartoe werd opgeroepen, ook daadwerkelijk zou worden uitgevoerd. Deze redelijke vrees is een vereiste om te kunnen spreken van een bedreiging. Ook de aard van de uitlating en het feit dat de vrouw door vermomming onherkenbaar was – wat het moeilijker maakt om in te schatten hoe serieus een bedreiging moet worden genomen – spelen een rol. Bovendien had de vrouw de bedoeling Baudet zelf met haar woorden te bereiken: ze hield er immers rekening mee dat er tijdens de demonstratie media aanwezig zouden zijn en herhaalde haar woorden bovendien toen zij door een journalist met camera werd aangesproken.

De vrouw wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke taakstraf van 100 uur. De rechtbank beoogt met het opleggen van een straf niet alleen aan verdachte, maar ook anderen in de samenleving duidelijk te maken dat er grenzen zijn aan wat men over anderen kan roepen en dat het overschrijden van die grenzen consequenties heeft.

Voor meer informatie, bel de afdeling Voorlichting & Communicatie van de rechtbank Amsterdam, telefoonnummer: 088-3611440, of stuur een e-mail.