De rechter wijst dit toe op basis van de volgende overwegingen:
1. Het uitgangspunt is dat de organisatie van een demonstratie zelf de locatie kiest. De burgemeester is in beginsel gehouden de demonstratie te faciliteren. Het demonstratierecht mag in uitzonderlijke gevallen worden ingeperkt, zoals in het geval van reële vrees voor wanordelijkheden.
2. De burgemeester moet onderbouwen waarom een eventuele beperking noodzakelijk is. Er moeten concrete aanwijzingen zijn dat er wanordelijkheden zullen plaatsvinden.
3. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de burgemeester niet aannemelijk heeft gemaakt dat die concrete aanwijzingen er zijn. De burgemeester heeft niet aannemelijk gemaakt dat de situatie tijdens de demonstratie onbeheersbaar zal zijn. Op zitting is gebleken dat op zich de benodigde politiecapaciteit beschikbaar is, dat er geen tegendemonstraties zijn aangemeld en dat de politie goede ervaringen heeft met deze organisator.
4. De burgemeester verwijst naar eerdere demonstraties van dit jaar. Maar de burgemeester heeft niet aannemelijk gemaakt dat de vorige demonstraties onbeheersbaar waren waardoor het nu noodzakelijk is om een beperking op te leggen.