3 september - De gemeente had een exploitant van twee restaurants in Amsterdam-Centrum een hoger bedrag - ruim 70.000 euro - moeten betalen als vergoeding voor in 2018 geleden omzetschade oordeelt de rechtbank. De schade ontstond toen de infrastructuur rond het Centraal Station werd heringericht, het gemeentelijk project ‘de Entree’. De restaurants liepen tijdens de werkzaamheden inkomsten mis door verminderde bereikbaarheid en zichtbaarheid. Deze werkzaamheden waren voorzienbaar en daarom mocht de gemeente bepalen dat de schade deels voor rekening van de exploitant blijft. Amsterdam hanteerde hiervoor een drempelwaarde van 8 procent van de gemiddelde jaaromzet. De rechtbank verlaagt die drempel naar 4 procent, omdat de rekenmethode tot willekeur leidde. In dit geval begon de schade in het ene jaar en eindigde in het volgende jaar. De drempelwaarde werd daarom tweemaal toegepast. Bij schade van gelijke duur in één jaar wordt de drempelwaarde echter eenmaal toegepast. Het beroep op meer vergoeding voor omzetschade in 2019 is afgewezen.  

29 augustus - Een huurder van wie zijn sociale huurwoning eenmaal is gebruikt voor illegale prostitutie mag desondanks in zijn woning blijven. Dat heeft de kantonrechter bepaald. Hoewel de huurder ernstig is tekortgeschoten in zijn verplichting om zich als een goed huurder te gedragen gaat de geëiste ontruiming van de woning in kort geding de kantonrechter te ver. Ontruiming zou niet in verhouding staan met de tekortkoming van de huurder. Zijn belang om de woning te behouden weegt zwaarder dan die van de verhuurder bij ontruiming. Daarnaast kan niet worden vastgesteld dat de huurder de woning onderverhuurde of dat hij daar zijn hoofdverblijf niet had.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2025:6497

3 september - Een vastgoedinvesteerder heeft een woning verkocht aan twee particulieren voor een koopsom van 1,25 miljoen euro. Deze woning had de vastgoedinvesteerder voorafgaand aan de verkoop verbouwd. De gemeente Amsterdam heeft kort voor de geplande levering van de woning een last onder dwangsom opgelegd aan de vastgoedinvesteerder, omdat de uitgevoerde verbouwing op meerdere punten in strijd was met de omgevingsvergunning. De rechtbank heeft geoordeeld dat de kopers de koopovereenkomst terecht hebben ontbonden, omdat de vastgoedinvesteerder de woning niet kon leveren zonder dat deze belast was met een publiekrechtelijke belemmering, de last onder dwangsom, en de kopers deze belemmering niet uitdrukkelijk hadden aanvaard. De vastgoedinvesteerder is daarom de contractuele boete van 10 procent van de koopsom verschuldigd en moet 125.000 euro aan de kopers betalen.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2025:6524