7 oktober - Een vrouw die designertassen verhuurt, eist dat een Amsterdamse vrouw die een tas niet retourneerde 15.000 euro aan boete betaalt. De kantonrechter beoordeelt het boetebeding uit de overeenkomst echter als oneerlijk, waardoor de huurster er niet aan gebonden is. Het (niet-gemaximeerde) boetebeding is volgens de verhuurster op 1 mei 2025 opgelopen tot 114.027 euro, terwijl de gehuurde tas ongeveer 3.800 euro waard zou zijn. Ook als de tas inmiddels in waarde is gestegen, zoals de verhuurster bepleit, en gederfde winst wordt meegerekend, wordt die 114.027 euro lang niet gehaald. De schadevergoeding die op grond van de wet zou moeten worden betaald, zal dan ook veel lager zijn dan het bedrag dat de huurster volgens het boetebeding moet betalen, wat het beding over de boete oneerlijk maakt. De verhuurster mag zich hierover van de kantonrechter nog uitlaten. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.