26 juni - De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de aanvraag om toekenning van een eenmalig bedrag aan een oudere Surinaamse Nederlander die geen volledig AOW-pensioen heeft kunnen opbouwen, ten onrechte afgewezen. De rechtbank heeft dit beslist en de tegemoetkoming zelf toegekend. Het ‘Tijdelijk besluit eenmalig bedrag ouderen van Surinaamse herkomst’ stelt als voorwaarde voor toekenning onder meer dat iemand uiterlijk op 25 november 1975 (de datum waarop Suriname onafhankelijk is geworden) in Nederland is gaan wonen; om daarmee de Nederlandse nationaliteit te behouden. De Amsterdammer in kwestie hoefde niet aan die voorwaarde te voldoen. Hij kon de Nederlandse nationaliteit behouden, omdat hij getrouwd was met een Nederlandse vrouw. Met die situatie is in het Tijdelijk besluit geen rekening gehouden. Vasthouden aan die voorwaarde is dan onevenredig. De rechtbank heeft beslist dat de minister in dit geval de voorwaarde buiten toepassing had moeten laten.