De kantonrechter benadrukt dat ontslag op staande voet alleen mag als de argumenten daarvoor zwaarwegend genoeg zijn. Dat is hier vooralsnog niet het geval. Of de directeur de camerabeelden daadwerkelijk heeft doorgespeeld, is nog niet duidelijk en deze spoedprocedure leent zich niet voor nadere bewijsvoering. Dat kan in een bodemprocedure wel, maar voor nu zijn de bewijzen onvoldoende om het ontslag op staande voet te rechtvaardigen. Ook het feit dat de directeur niet direct na zijn schorsing zijn spullen inleverde, is onvoldoende grond. Zijn aanvankelijke weigering is volgens de kantonrechter wel enigszins begrijpelijk, aangezien hij in een juridische strijd was verwikkeld en arbeidsrechtelijk nog niet was ontslagen.