Op woensdag 29 november 2023 werd het lichaam van een vrouw gevonden in het IJ, vlakbij de Distelwegpont. Het slachtoffer was naakt en omwikkeld in bouwmateriaal. Ze had uitgebreid letsel, met name in de schaamstreek. Het bleek om een uit Italië afkomstige sekswerker te gaan. Uit telefoongegevens blijkt dat de man de laatste is geweest met wie het slachtoffer op 28 november 2023 contact had. Zij was die bewuste dag bij hem thuis voor een seksafspraak. Een paar dagen later trof de politie bij het Afval Energie Bedrijf (AEB) twee vuilniszakken aan met daarin onder andere de privételefoon van het slachtoffer, bebloed beddengoed en een zwart bandje met zilveren ringen. 

De rechtbank acht bewezen dat de man het slachtoffer opzettelijk van het leven beroofde. Uit forensisch onderzoek bleek dat hij haar keel langere tijd dichtkneep. Daarmee heeft hij de grote kans aanvaard dat zij zou overlijden. Kort voordat hij haar om het leven bracht, takelde hij haar op zeer gewelddadige wijze toe. Naast doodslag heeft hij zich ook schuldig gemaakt aan zware mishandeling.

Om te voorkomen dat hij in verband zou worden gebracht met haar dood, wikkelde hij het lichaam in bouwmateriaal en gooide het in het IJ. Hoewel hij degene was die de boot met daarin het lichaam naar het IJ voer en het lichaam in het water gooide, staat het volgens de rechtbank vast dat ook de broer van de man een substantiële bijdrage leverde aan zowel het plan als de uitvoering ervan. Hij stelde de boot ter beschikking en legde een anker op de boot om het lichaam mee te verzwaren om zo te voorkomen dat het boven zou komen drijven. De rechtbank oordeelt dat de man zich samen met zijn broer schuldig heeft gemaakt aan het wegvoeren en wegmaken van het lichaam.

De gevolgen van het handelen van de man zijn onomkeerbaar en grijpen diep in het verdere leven van de nabestaanden. Zij moeten verder leven zonder hun dochter en in de wetenschap dat zij op zeer gewelddadige wijze om het leven is gebracht en haar lichaam oneerbiedig in het koude water van het IJ is gegooid. Hoewel de rechtbank van oordeel is dat de gevangenisstraf die de officier van justitie eiste passend is bij de gepleegde feiten, vindt de rechtbank een tbs-maatregel noodzakelijk om herhaling te voorkomen. Uit psychologisch onderzoek blijkt dat er bij de man sprake is van een persoonlijkheidsstoornis die onder meer bestaat uit een verstoring van de impuls- en agressieregulatie. Hij is sterk geneigd om seks in te zetten als manier om spanningen te verminderen, waarbij hij geneigd is tot extremiteiten. Ook komt er ernstige verslavingsproblematiek, zowel voor harddrugs als alcohol, naar voren. 

De tbs-maatregel gaat pas in als de gevangenisstraf erop zit. Tot die tijd zal hij onbehandeld in detentie verblijven. Een gevangenisstraf van zeer lange duur zal de behandeling bemoeilijken en vertragen. Dat is reden voor de rechtbank om te komen tot een gevangenisstraf van 10 jaar met tbs. Daarnaast moet hij de ouders van het slachtoffer in totaal ruim 75.000 euro aan schadevergoeding betalen.

Voor meer informatie kunt u een e-mail sturen naar team Communicatie van de rechtbank Amsterdam.