Laden...

Celstraffen twee verdachten na gewelddadige overval op juwelier Den Haag

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Den Haag > Nieuws > Celstraffen twee verdachten na gewelddadige overval op juwelier Den Haag
Den Haag, 14 mei 2025

De rechtbank Den Haag heeft twee mannen (21 en 23 jaar) veroordeeld na een gewelddadige overval op een juwelier in Den Haag op 22 mei 2024. De 21-jarige verdachte heeft geprobeerd de eigenaresse van het leven te beroven door meerdere keren een vuurwapen op haar te richten en de trekker over te halen. Hij krijgt een celstraf opgelegd van 15 jaar. De 23-jarige medeverdachte wordt veroordeeld voor het medeplegen van de overval en krijgt een celstraf van 5 jaar opgelegd. 

Overval

De 21-jarige verdachte was al een aantal jaren klant van de juwelier en op dezelfde ochtend nog met zijn vriendin langs geweest. Op camerabeelden is te zien dat de verdachte rond half 5 's middags opnieuw de juwelier binnenstapte, dit keer samen met de medeverdachte. De twee keken een tijd naar sieraden, waarna de verdachte op een gegeven moment een knikje geeft in de richting van de medeverdachte. De medeverdachte springt daarop over de toonbank en pakt de eigenaresse vast. De 21-jarige verdachte pakt zonder enige aarzeling een blauw vuurwapen uit zijn jaszak, richt dat op het slachtoffer, haalt de trekker over, maar het wapen weigerde dienst. Vervolgens verrichtte de verdachte meerdere keren handelingen aan het vuurwapen, maar het wapen bleef dienst weigeren.

Binnen een week na de overval zijn beide verdachten aangehouden. Ze hebben bekend dat ze de personen op de camerabeelden zijn en dat ze de juwelier hebben overvallen. Het gebruikte wapen is niet gevonden. Volgens de 21-jarige verdachte ging het om een nepwapen. De verdachten ontkennen dat ze zich schuldig hebben gemaakt aan poging tot moord. 

Oordeel rechtbank

De rechtbank oordeelt dat de 21-jarige verdachte heeft geprobeerd het slachtoffer van haar meest fundamentele recht te ontnemen, namelijk het recht op leven. Hoewel het wapen niet is aangetroffen, concludeert de rechtbank dat de verdachte geen nepwapen maar een echt vuurwapen gebruikte dat niet bleek te functioneren. Op de camerabeelden is immers te zien dat de verdachte de trekker meermalen heeft overgehaald en handelingen aan het wapen verrichte. Er is hiervoor geen redelijke verklaring te bedenken als het om een nepwapen ging. Verder is er in de juwelierszaak een patroon gevonden, waarop DNA van de verdachte is aangetroffen. Daarnaast heeft de verdachte het slachtoffer onder andere geslagen met het vuurwapen, aan haar armen door de winkel heen gesleurd en meerdere keren geschopt en geslagen.

De rechtbank oordeelt dat  sprake was van voorbedachte raad en dus van poging tot moord. De 21-jarige verdachte is vanaf 28 maart 2024 actief bezig geweest om een vuurwapen en patronen aan te schaffen en heeft het vuurwapen zelf blauw geverfd zodat het - zo verklaarde hij - leek op een nepwapen. In de ochtend is hij nog bij de juwelier langs geweest met zijn vriendin en ook heeft hij een tas achtergelaten die hij kon vullen met sieraden. De verdachte had dus alle gelegenheid na te denken over de betekenis en de gevolgen van die voorgenomen daad.

De 23-jarige medeverdachte wordt veroordeeld voor het medeplegen van de overval. De verdachte heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan deze overval. Hij sprong als eerste over de toonbank en hield de eigenaresse van de juwelierszaak vast, zodat zij niet op de noodknop kon drukken. Daarnaast heeft de verdachte het slachtoffer ook geslagen en geschopt. Hij wordt vrijgesproken van poging tot moord. De rechtbank kan niet vaststellen dat de medeverdachte wist dat er een echt vuurwapen zou worden gebruikt. 

Beslissing

De verdachten hebben kennelijk alleen gedacht aan hun eigen financiële gewin en niet aan de gevolgen voor het slachtoffer. De rechtbank vindt het extra kwalijk dat deze feiten op klaarlichte dag hebben plaatsgevonden en dat de 21-jarige verdachte het slachtoffer al jaren kende en haar zelfs 'moeder' noemde. Uit de slachtofferverklaring blijkt dat het slachtoffer ingrijpende persoonlijke, fysieke en psychische gevolgen heeft ondervonden van de gewelddadige overval. Haar gevoel van veiligheid is ernstig aangetast, ze kampt nog steeds dagelijks met angst en trauma en dit alles heeft invloed op haar dagelijks leven, werk en relaties. Ze heeft nog steeds ernstige hoofdpijnen en staat onder behandeling van een neuroloog. Daarnaast durft ze niet meer alleen in de juwelier te staan en is ze bezig met het afbouwen van de juwelierszaak waar ze 37 jaar hard voor heeft gewerkt.

De rechtbank vindt voor de 21-jarige verdachte een celstraf van 15 jaar passend en geboden. De 23-jarige verdachte krijgt een celstraf opgelegd van 5 jaar. Beide verdachten moeten een schadevergoeding betalen van in totaal 25.000 euro aan het slachtoffer en ruim 58.000 euro aan de juwelier.

Uitspraken