Laden...

Omgevingsvergunning voor realisatie AZC in Den Hoorn wordt niet geschorst

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Den Haag > Nieuws > Omgevingsvergunning voor realisatie AZC in Den Hoorn wordt niet geschorst
Den Haag, 19 november 2025

De omgevingsvergunning die door het college van burgemeester en wethouders van Midden-Delfland is verleend voor de realisatie van een tijdelijke opvanglocatie voor 225 asielzoekers in Den Hoorn, wordt niet geschorst. Dat volgt uit een bestuursrechtszaak bij de rechtbank Den Haag. Diverse omwonenden hadden om een voorlopige voorziening gevraagd, maar de rechtbank wijst dit af. 

Het AZC

Het Centraal orgaan Opvang Asielzoekers (COA) wil op een locatie aan de Kleijweg in Den Hoorn voor 5 jaar maximaal 225 asielzoekers opvangen. Daarvan zijn maximaal 25 alleenstaande minderjarige vreemdelingen. Er wordt een overschot aan bedden gerealiseerd, namelijk 275 bedden, zodat gezinnen zoveel mogelijk bij elkaar kunnen worden geplaatst. Het aantal asielzoekers dat mag worden opgevangen is in alle gevallen gemaximeerd op 225 personen. Op de locatie komen naast woonunits voor asielzoekers voorzieningen voor gezondheidszorg, onderwijs, sport en recreatie. Het COA wil de locatie in het eerste kwartaal van 2026 in gebruik nemen.

Onder meer de omwonenden hebben beroep ingesteld tegen de komst van het AZC. Volgens hen is de gemeente Midden-Delfland niet toegerust op dergelijke grootstedelijke problematiek. Naar de mening van de omwonenden klemt het dat een deugdelijke onderbouwing ontbreekt van de impact die de opvanglocatie heeft op het woon- en leefklimaat van de lokale gemeenschap en op de bestaande – al onder druk staande – voorzieningen. De bewoners in deze procedure hebben verschillende argumenten aangedragen waarom ze vinden dat de omgevingsvergunning niet verleend had mogen worden. 

Voorlopig oordeel voorzieningenrechter

De voorzieningenrechter wijst het verzoek van de omwonenden in deze procedure af. Naar voorlopig oordeel heeft het college de regels die gelden voor het verlenen van een omgevingsvergunning in voldoende mate nageleefd. Het college mocht de vergunning verlenen voor de locatie die het COA heeft aangevraagd. De omwonenden hebben niet aannemelijk gemaakt dat andere locaties binnen de gemeente geschikter zijn. De voorzieningenrechter ziet ook geen aanleiding om te oordelen dat de aan het AZC verbonden verkeersbewegingen zijn onderschat en dat het aantal parkeerplaatsen onvoldoende is. Er zijn bovendien geen aanwijzingen dat de lokale voorzieningen – zoals scholen – onevenredig onder druk komen te staan.

Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is de behoefte aan het AZC ook voldoende onderbouwd. Het college mocht zich daarbij baseren op gegevens van het COA. In de verleende omgevingsvergunning staan concrete percentages vermeld als het gaat om de samenstelling van de groep asielzoekers. Zo is voorgeschreven dat de groep vreemdelingen voor ten minste 50 procent uit gezinnen moet bestaan. Het aantal asielzoekers is in alle gevallen gemaximeerd op 225 personen. Dit zijn verplichtingen waar het COA zich aan moet houden, stelt de voorzieningenrechter vast. Verdergaande voorwaarden zijn niet noodzakelijk om aan de belangen van de omwonenden tegemoet te komen. De voorzieningenrechter ziet ook geen reden om aan te nemen dat het aan de omgevingsvergunning verbonden veiligheidsplan onvoldoende waarborgen biedt voor de veiligheid van de omgeving en daarbij voor de omwonenden. Daarvoor is de dagelijkse aanwezigheid van professionele begeleiding en beveiligers van belang. 

Uitspraken