De rechtbank stelt vast dat de verdachte zich uitsluitend liet leiden door zijn seksuele verlangens. Hij bekommerde zich niet om de gevolgen voor de meisjes en vrouwen die hij filmden als zij dit te weten zouden komen. De rechtbank neemt het de verdachte kwalijk dat hij inbreuk heeft gemaakt op de lichamelijke integriteit en privacy van de slachtoffers. De verdachte maakte bovendien misbruik van zijn positie als zorgverlener door zijn patiënt heimelijk te filmen. De patiënt voelde zich daarover boos, verdrietig en onzeker omdat een zorgverlener, iemand bij wie ze zich kwetsbaar heeft opgesteld, misbruik maakte van zijn positie.
Uit onderzoek van de psycholoog blijkt dat er bij de verdachte sprake is van parafilie in de vorm van een voyeurismestoornis. De kans op herhaling wordt laag tot matig ingeschat. De rechtbank rekent de feiten in enigszins verminderde mate aan de verdachte toe.
De rechtbank vindt een grotendeels voorwaardelijke celstraf passend en geboden. Daaraan verbindt de rechtbank diverse voorwaarden om de kans op herhaling terug te dringen. Zo moet hij zich laten behandelen bij een zorgverlener en moet hij bij huisbezoeken toegang verschaffen tot zijn computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers ter controle op het vermijden van kinderpornografisch materiaal. Tot slot legt de rechtbank de verdachte een taakstraf op.