De man probeerde de ex-partner van de vrouw om het leven te brengen door hem van achteren met een groot mes in zijn rug/schouder te steken. De vrouw seinde kort daarvoor met de buitenlamp naar de man dat het slachtoffer naar buiten zou komen.

Het lemmet van het mes bleek 20 centimeter lang en 4 centimeter breed te zijn. Het mes zat 17 centimeter diep in het lichaam van het slachtoffer. Het letsel van het slachtoffer bestond uit een steekwond ter hoogte van de linkerschouder tot in de borstholte met letsel aan één van zijn longen  en bloed in de borstholte. De mespunt bevond zich zeer dicht bij het hart. 

De rechtbank oordeelt dat de man door met kracht en met een groot mes te steken in de schouder/rug van het slachtoffer, dichtbij belangrijke organen zoals de longen en het hart, opzet heeft gehad op het doden van het slachtoffer. Ook oordeelt de rechtbank dat het handelen van de man doelgericht en doordacht is geweest. Het feit speelde zich af voor de woning van het slachtoffer op het moment dat hij in de vroege ochtend nietsvermoedend naar zijn werk wilde vertrekken. Zodra het slachtoffer bij de bus stond en het portier opende, stak de man hem direct achter in zijn rug/schouder. Na het steken rende de man uit Drunen direct weg en ging naar zijn werk. De man had voldoende tijd en gelegenheid om zich op zijn handelen te beraden. De rechtbank komt tot de conclusie dat de man met voorbedachten rade heeft gehandeld. Er is daarom sprake van poging tot moord. 

De rechtbank oordeelt dat de vrouw zich schuldig heeft gemaakt aan medeplichtigheid aan de poging tot moord door kort voordat het slachtoffer de woning verliet met de buitenlamp naar de man te seinen. 

De rechtbank vindt dat sprake is van een zeer ernstig feit dat zorgt voor gevoelens van angst en onveiligheid voor het slachtoffer, maar ook voor de samenleving. De moordpoging speelde zich af voor de woning van het slachtoffer, terwijl de kinderen van het slachtoffer en de vrouw thuis waren. Dat het slachtoffer de steekpartij overleefde en het dus bij een poging is gebleven is - gezien het handelen van de man en vrouw - en het letsel uitzonderlijk te noemen. 

Tot slot wordt aan zowel de man als de vrouw een contactverbod met het slachtoffer opgelegd en moeten zij aan hem schadevergoeding van 10.575 euro betalen.