De rechtbank vindt dat de man schuldig is aan verkrachting, met toepassing van dwang en geweld en daarnaast aan het binnendringen in de woning van het slachtoffer.
Voor de bepaling van de hoogte van de straf kijkt de rechtbank onder meer naar de ernst van de delicten, de omstandigheden waaronder die plaatsvonden en de verminderde toerekenbaarheid van de man. Ook neemt de rechtbank het strafblad van de man mee. Daaruit volgt dat hij eerder een gewelds- en zedendelict pleegde, waarvoor hij in Roemenië een gevangenisstraf van 15 jaar kreeg. Enkele weken na zijn vrijlating viel de man in Nederland het slachtoffer in deze zaak aan. De straf valt iets lager uit dan de eis van de officier van justitie. Dit komt omdat de rechtbank minder feiten bewezen vindt dan de officier.