Laden...

Broers krijgen gevangenisstraf en geldboete voor drugshandel

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Gelderland > Nieuws > Broers krijgen gevangenisstraf en geldboete voor drugshandel
Arnhem, 19 november 2025

De rechtbank veroordeelt twee broers uit Nijmegen van 39 en 36 jaar voor drugshandel en voorbereidingshandelingen daarvan. Zij krijgen celstraffen van respectievelijk 160 (37,5 maanden) en 113 weken (26,5 maanden). Daarbij moeten de broers een geldboete betalen van respectievelijk 40 duizend euro en 20 duizend euro. In deze zaak maakten het Openbaar Ministerie en de verdediging procesafspraken. Dit betekent dat zij samen tot een afdoeningsvoorstel kwamen. Dat voorstel legden zij daarna voor aan de rechtbank. 

De mannen waren samen met anderen tussen 2020 en 2021 zo'n negen maanden betrokken bij de handel in een grote hoeveelheid cocaïne en bij voorbereidingshandelingen voor het bereiden, verkopen, vervoeren en opzettelijk aanwezig hebben van cocaïne, amfetamine en MDMA. Daarnaast was de oudste broer samen met anderen zo'n vijf maanden betrokken bij soortgelijke delicten in de jaren 2024 en 2025.

Eigen gewin

De rechtbank vindt dat het dossier voldoende bewijs bevat dat de mannen samen met anderen betrokken zijn geweest bij drugshandel en voorbereidingshandelingen voor drugshandel. De rechtbank rekent het de mannen aan dat zij zich lieten leiden door eigen gewin en geen oog hadden voor de gevolgen voor het feit dat de handel in harddrugs direct dan wel indirect gepaard gaat met andere vormen van (zware) criminaliteit. Dit leidt tot gevoelens van onveiligheid in de samenleving. 

Procesafspraken

De rechtbank stelt vast dat de mannen vrijwillig en op basis van voor hen voldoende en duidelijke informatie zijn gekomen tot de ondubbelzinnige beslissing om mee te werken aan wat in de procesafspraken is overeengekomen. Zij zijn zich bewust van de rechtsgevolgen van die procesafspraken en de daarmee gepaard gaande afstand van bepaalde verdedigingsrechten. Daarmee is voldaan aan de eisen van een eerlijk proces (artikel 6 EVRM). De rechtbank betrekt hierbij dat de mannen gedurende het proces zijn bijgestaan door hun advocaat. De rechtbank concludeert dat zij acht kan slaan op de overeengekomen procesafspraken. 

Hogere straf dan overeengekomen

In het voorstel was voor beide mannen een iets lagere gevangenisstraf opgenomen, van respectievelijk 34 en 24 maanden. Daarbij was echter nog een marge overeengekomen van respectievelijk 3,5 en 2,5 maanden. Het OM en de advocaten spraken af dat als de door de rechtbank een straf zou opleggen die weliswaar hoger zou zijn dan de afspraak maar die nog binnen die marge blijft, de broers en de officier van justitie daar ook mee akkoord zouden gaan, dat dan ook geen verdere zitting nodig zou zijn en geen hoger beroep zou worden ingesteld.

Kijkend naar de ernst van de delicten vindt de rechtbank de straf die was voorgesteld te laag, maar oordeelt dat de straf bij verhoging tot 37,5 en 26,5 maanden - in combinatie met de boetes – wel hieraan voldoende recht doet. Daarmee blijft de uitspraak van de rechtbank dus binnen de kaders van de procesafspraken. 

Geldboete

De door de rechtbank opgelegde geldboetes maakten ook onderdeel uit van de procesafspraken die de officier van justitie met de mannen is overeengekomen: zij betalen een geldboete van respectievelijk 40 duizend euro en 20 duizend euro en hebben dit ook al voor een deel voldaan. Daarbij is afgesproken dat het OM  geen ontnemingsvordering tegen de broers aanhangig zal maken. Dit is een vordering om het verdiende geld met de drugshandel aan de Staat te laten terugbetalen.

Uitspraken