De rechtbank weegt bij de strafoplegging van mee dat het om een ernstige overval gaat die grote impact heeft op zowel het slachtoffer als de maatschappij. De man en de vrouw moeten zich tijdens de proeftijd van drie jaar houden aan een aantal bijzondere voorwaarden, waaronder een meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling en een contactverbod met de medeverdachte. Daarnaast legt de rechtbank aan hen allebei een maatregel op die inhoudt dat de man en de vrouw geen contact mogen opnemen met het slachtoffer. Als ze dat wel doen, staat daar (per keer) een week detentie tegenover.
Tot slot moeten zij aan het slachtoffer een schadevergoeding betalen.