De politie trof op 12 februari 2024 in een schuur in Herveld een drugslab aan. Zij kwamen hier terecht nadat er een ketel in het lab was geëxplodeerd. De explosie werd onder meer gefilmd met dashcams vanaf de naastgelegen A50. Bij de explosie raakte de man zelf ook gewond. Hij vluchtte met een auto, maar de politie kon hem later aanhouden.

Het laboratorium was zeer professioneel opgezet en was geschikt voor de langdurige en grootschalige productie van synthetische drugs. De politie trof in de schuur  184 kilo aan MDMA-kristallen en 75 liter metamfetaminebase aan. Uit het politieonderzoek blijkt dat ze met de beschikbare grondstoffen in de jerrycans en de destillatieopstelling nog ongeveer 930 kilo MDMA-kristallen konden maken. 

Het gebruik van deze synthetische drugs vormt een gevaar voor de volksgezondheid en de productie en handel is verbonden met (zware) criminaliteit. Het is algemeen bekend dat de opslag van chemicaliën en de productie van synthetische drugs veiligheidsrisico's voor de directe omgeving met zich meebrengt, zoals explosiegevaar. Dat gevaar werd in dit geval op ernstige manier werkelijkheid. Tijdens de productie van de verdovende middelen liep de druk in de ketel zo erg op, dat deze uiteindelijk explodeerde. De rechtbank vindt dat dit aan de schuld van de man te wijten is.

In het drugslab trof de politie ook een grote hoeveelheid gevaarlijk drugsafval aan. De man nam hiermee het risico dat er nadelige gevolgen konden ontstaan voor het milieu. De rechtbank neemt dit de man kwalijk.

De gemaakte kosten voor het ontmantelen van het drugslab, de afvoer van chemicaliën, restafval en het vernietigen van hardware bedroeg bijna 70 duizend euro. De rechtbank oordeelt dat de man deze kosten moet terugbetalen.