De rechtbank vindt dat sprake is van een zeer ernstig delict dat zorgt voor gevoelens van angst en onveiligheid voor het slachtoffer, maar ook voor de samenleving. De rechtbank legt aan de man een gevangenisstraf van 32 maanden, met aftrek van de tijd dat de man al in voorarrest heeft doorgebracht. Een deel van deze gevangenisstraf, namelijk 12 maanden, legt ze voorwaardelijk op. De rechtbank verbindt hieraan de bijzondere voorwaarden die door de reclassering zijn geadviseerd, zoals het deelnemen aan een ambulante behandeling en het meewerken aan middelencontrole. De rechtbank vindt het van belang dat de man samen met de reclassering kan werken aan gedragsverandering en daarmee het verlagen van de kans op herhaling.
Tot slot moet de man schadevergoeding betalen aan het slachtoffer.