De oplichting vond plaats in een periode vanaf 2020 tot en met 2022. Zowel de man als de vrouw werkten in deze periode hard aan zichzelf met behulp van de reclassering en zij zetten stappen in de goede richting. De rechtbank neemt dit in positieve zin mee in het bepalen van de straf.
Omdat de vrouw al 57 dagen in voorarrest heeft doorgebracht en de rechtbank niet vindt dat zij opnieuw de gevangenis in moet, legt zij aan haar een gevangenisstraf van 365 dagen waarvan 308 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. Daarbij moet ze een taakstraf van 180 uur verrichten.
Voor de man geldt dat hij 105 dagen in voorarrest doorbracht. Omdat de rechtbank ook niet vindt dat hij weer naar de gevangenis moet legt zij aan hem een gevangenisstraf van 540 dagen op waarvan 435 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. Daarbij krijgt hij een werkstraf van 240 uur. Ook moet de man ook nog een geldboete van 450 euro betalen.