Het door de getuige geschetste scenario veronderstelt dat de kelder van het restaurant van de vader van de 63-jarige man na de moord op - en het ontleden van het lichaam van Duncan Zwakke ernstig verontreinigd moet zijn geweest met bloed en lichaamsresten. De getuige verklaarde ook dat het afdekken van de vloer van de kelder daartegen zelfs niet zou hebben geholpen.
Op verschillende momenten en plekken vond er in deze zaak forensisch onderzoek plaats, waaronder in de kelder van het restaurant in Zutphen. Op 5 december 1989 waren op een tiental plaatsen kleine gaten in de vloer gemaakt en werd de opbouw en de structuur van de betonvloer bekeken. Niets wees erop dat de vloer recent gestort zou zijn. Forensisch onderzoek in 2024 leverde ook geen nieuwe informatie op. Zo zijn er geen DNA-sporen gevonden van Duncan Zwakke.
Op woensdag 18 oktober 1989, de dag na de verdwijning, is er door twee personen bier geleverd bij het restaurant en zij hebben dit biervat aangesloten in de kelder. Deze twee personen zagen en/of roken op dat moment geen bijzonderheden in en aan de kelder en de trap. Dat de twee personen die het bier afleverden de middag na de nacht van het incident niets bijzonders in en aan de kelder hebben gezien of geroken, en dat de trap nog niet was ingekort is dan opmerkelijk. Ook is opmerkelijk dat twee forensische onderzoeken aan de kelder, in 1989 en 2024, geen enkel spoor hebben opgeleverd dat steun biedt aan het door de getuige geschetste scenario. Kijkend naar de veronderstelde verontreiniging passen de verklaringen van de twee personen die het bier hebben afgeleverd en de afwezigheid van ieder forensisch bewijs volgens de rechtbank niet bij het door de getuige geschetste scenario.