De man wordt door de rechtbank gekoppeld aan twee cryptocommunicatie-accounts. Via deze accounts voerde de man met verschillende personen gesprekken over (inter)nationale handel in cocaïne en hasj.
De man maakte zich samen met anderen schuldig aan het uitvoeren, vervoeren, verkopen, verwerken, afleveren, verstrekken dan wel aanwezig hebben van verschillende hoeveelheden cocaïne. Daarnaast heeft de man 1 kilogram hasj aanwezig gehad. De rechtbank spreekt de man vrij van enkele verdenkingen van (het voorbereiden van) drugshandel, omdat voor de rechtbank in die gevallen niet is gebleken dat de man een rol heeft gehad als medepleger of omdat hij op dat moment mogelijk niet de gebruiker was van de cryptocommunicatie-accounts.