Laden...

Maximale taakstraf voor onder andere bedreiging via sociale media

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Gelderland > Nieuws > Maximale taakstraf voor onder andere bedreiging via sociale media
Zutphen, 26 augustus 2025

De rechtbank veroordeelt een 46-jarige man uit Gendringen voor verschillende delicten tot de maximale taakstraf van 240 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden.

De man ging in september 2024 naar het kantoor van de woningstichting, waarvan hij een huis huurde. Daar bedreigde hij twee medewerkers door  een metalen paal in hun richting te gooien. De man vernielde dezelfde dag de ruiten in de voordeuren van zijn oom en van zijn tante. Ook dreigde hij een bewindvoerder iets aan te doen en om zijn kantoor in brand te steken. Verder maakte de man zich ook schuldig aan het beledigen van een wethouder op social media. Daarnaast moest een medewerker van de gemeente het ontgelden. De man dreigde in WhatsAppberichten die hij naar zijn reclasseringsbegeleider stuurde, deze medewerker wat aan te doen. 

Gedragsbeperkende maatregel overtreden

Ook bedreigde de man via social media zijn zus. Uit angst voor represailles durfde zij daarvan geen aangifte te doen. De man kreeg op 27 februari 2025 van de officier van justitie een gedragsbeperkende maatregel opgelegd voor de duur van 3 maanden. Hij mocht geen contact met zijn zus opnemen en mocht ook niet in de straat waar zij woonde en in haar huis komen. De man overtrad dit door zijn zus en haar werkgever in berichtjes op social media te taggen. Ook deelde hij afbeeldingen met de accountgegevens van zijn zus op social media.

Vrijspraak

Dat de man de keuken van zijn woning vernielde vindt de rechtbank niet bewezen. Daarvoor bevat het dossier onvoldoende bewijs. Verder vindt de rechtbank poging tot zware mishandeling van de twee medewerkers van de woningstichting niet bewezen. De man wordt daarvan vrijgesproken.

Behandeling noodzakelijk

De rechtbank is van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf recht zou doen aan de delicten die de man pleegde. Enkel het feit dat met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf een al ingezette intensieve behandeling van de man wordt doorkruist, maakt dat de rechtbank afziet van het opleggen daarvan. De rechtbank legt de man daarom de maximale taakstraf op van 240 uur. Daarbij legt de rechtbank een gevangenisstraf op van 3 maanden voorwaardelijk, die hij zal moeten uitzitten als hij gedurende de proeftijd van 3 jaar opnieuw de fout ingaat. De rechtbank legt geen bijzondere voorwaarden op, omdat de man in andere zaken al begeleiding van de reclassering krijgt. 

Proeftijd verlengd

Ten aanzien van de tenuitvoerlegging van twee eerder voorwaardelijk opgelegde straffen besliste de rechtbank dat de proeftijd met een jaar wordt verlengd zodat de man zo lang mogelijk onder toezicht van de reclassering blijft.

Uitspraken