In de vroege ochtend van 7 juli 2024 werd er voor een woning in Nijmegen een schot gelost. Vast staat dat de man meerdere keren voor de woning van zijn ex-partner stond en dat de vrouw hem niet binnen liet. Toen ook de broer van de vrouw bij de woning stond, werd er geschoten. De rechtbank moest de vraag beantwoorden of de man de persoon was die het schot loste.

Uit het forensische onderzoek blijkt dat er met een wapen vanaf het balkon van het trappenhuis is geschoten. Zowel de verklaringen van de vrouw en haar broer als die van de man sluiten aan op dat technische bewijs. Beide mannen verklaarden dat zij voor de deur van de vrouw stonden en dat de ander op het balkon van het trappenhuis stond en schoot. De vrouw stond achter de deur en hoorde alleen het schot. De rechtbank constateert dat de vrouw en de broer wisselend hebben verklaard Ook kan de rechtbank niet uitsluiten dat broer en zus hun verklaringen op elkaar hebben afgestemd. De rechtbank vindt de verklaringen van zowel de vrouw en haar broer als de man niet voldoende betrouwbaar om één daarvan aannemelijker dan de ander te achten. Dit betekent dat de rechtbank niet kan vaststellen wie er daadwerkelijk schoot. Ze spreekt de man daarom vrij van poging doodslag.

Volgens het OM bedreigde de man zijn ex-partner mondeling bij haar woning. Voor die bedreiging is het enkele bewijs de  - wisselende - verklaring van de vrouw. De man ontkende de bedreiging. Daarom spreekt de rechtbank de man ook vrij van deze bedreiging.

Het is duidelijk dat de man, - onder invloed van alcohol - zijn ex-partner lastig viel. Nadat hij meerdere keren voor de woning stond, vernielde hij de auto van zijn ex-partner. Dit bekende de man. De rechtbank veroordeelt de man hiervoor tot een gevangenisstraf van één maand. Dit is korter dan de tijd die de man al in voorlopige hechtenis doorbracht. Er is volgens de rechtbank geen aanleiding om aan te nemen dat de man contact op zal nemen met zijn ex-partner of haar broer, of zich belastend zal gedragen tegenover hen. Daarom legt de rechtbank geen contact- en locatieverbod op. Wel moet de man de schade aan de auto vergoeden.