De mannen maakten zich schuldig aan het deelnemen aan een criminele organisatie die was gericht op het dealen en bereiden van harddrugs en het medeplegen van drugshandel in en rondom Dieren. De criminele organisatie hield zich bezig met het dealen van met name cocaïne. Twee mannen voerden de leiding en kochten drugs in, produceerden het en verkochten het. Ook regelden zij de klanten, regelden onder dwang woningen waar drugs konden worden uitgekookt dan wel worden opgeslagen en zij regelden mensen die op een efficiënte wijze de drugs voor hen gingen verkopen. De derde man droeg bij aan de organisatie door de drugs - alleen of samen met een van de anderen - te vervoeren en bezorgen, ervoor te zorgen dat het contact tussen de andere twee in stand bleef tijdens de detentie van één van hen en  het regelen van een woning waar de drugs konden worden uitgekookt door de bewoner onder druk te zetten. Het crimineel samenwerkingsverband was zo’n veertien maanden actief. Alle mannen waren uitvoerend bij elk onderdeel van de organisatie betrokken. 

Het trio werd ook van één grote brandstichting verdacht. Door deze brandstichting werd een volledig huizenblok onbewoonbaar verklaard. De rechtbank kan op grond van het dossier niet vaststellen dat deze mannen hiervoor verantwoordelijk waren, omdat er niets concreets in het dossier wijst op hun betrokkenheid hierbij. De rechtbank spreekt de mannen hiervan vrij. Dit geldt ook voor de poging tot brandstichting die aan één van de mannen ten laste was gelegd.