Na afloop van de voetbalwedstrijd tussen De Graafschap en Helmond Sport liep het rondom stadion De Vijverberg in Doetinchem compleet uit de hand. De ploeg uit Doetinchem liep door het gelijkspel promotie naar de eredivisie mis. Ondanks het feit dat de burgemeester afraadde om naar het stadion te komen, verzamelde zich toch een grote groep personen in de buurt van De Vijverberg. Deze groep personen keerde zich tegen de politie en bekogelde de agenten onder andere met stenen, vuurwerk, blikjes en bierflesjes. Ook viel de groep de agenten aan. Daarbij raakten meerdere politieagenten gewond. Waarom de vlam in de pan sloeg blijft onduidelijk. 5 relschoppers moesten zich - tijdens een zogeheten snelrechtzitting - voor de politierechter hiervoor verantwoorden.

De politierechter moest tijdens de zitting 2 vragen beantwoorden. De eerste vraag is of er sprake was van openlijk geweld. De politierechter vindt van wel. Er is gegooid met bierflesjes, blikjes, vuurwerk, fakkels en stenen. Politieagenten raakten gewond en politievoertuigen beschadigd. Volgens de politierechter was er sprake van extreem geweld. De politieverslagen schetsen een beeld van een slagveld in een oorlogsgebied. Het toegepaste geweld is abnormaal en onacceptabel. Dat dit geweld tegen agenten is gericht weegt strafverzwarend.

De andere vraag die de politierechter moest beantwoorden is of de mannen een wezenlijke bijdrage hebben geleverd aan dit geweld. De politierechter is van mening dat hier sprake van is.

Een 30-jarige man uit Doetinchem krijgt de hoogste straf, te weten de maximale taakstraf van 240 uur en een voorwaardelijke celstraf van de 3 maanden (met een proeftijd van 2 jaar). Dit komt omdat hij – in tegenstelling tot de andere mannen – al eerder is veroordeeld en dus een strafblad heeft. De politierechter vindt bewezen dat hij stenen heeft gegooid naar de politie. Verder had hij een broekriem om zijn hand gewikkeld.

De politierechter legt aan de overige mannen een taakstraf van 180 uur en daarbij een voorwaardelijke celstraf van 2 maanden op. Voor het voorwaardelijke strafdeel geldt een proeftijd van 2 jaar.

Volgens de politie was een 34-jarige man uit Ulft de leider van een groepje en jutte andere personen op om ook met stenen te gooien. Ook raapte hij stenen op, gooide hiermee of deelde ze uit aan andere personen. De man bekende in de buurt te zijn van de ongeregeldheden, maar ontkende elke betrokkenheid. De politierechter vindt wettig en overtuigend bewezen dat de man zich hieraan schuldig heeft gemaakt. Dit baseert de politierechter onder andere op waarnemingen van politieagenten en foto die van hem is gemaakt.

Volgens de politierechter maakte een 18-jarige man uit Doetinchem zich schuldig aan het gooien van bierblikjes en brandende fakkels. Daarnaast had hij stenen in zijn zak.

Een 36-jarige Doetinchemmer pakte een aantal keer een voorwerp, rende richting de politie en maakte zwaaiende bewegingen. De man verklaarde dat dit zijn telefoon was, maar de politierechter gelooft dit niet.

Een 21-jarige man uit Doesburg maakte zich volgens de politierechter schuldig aan het gooien van vuurwerk naar de politie. De politierechter legt aan deze man reclasseringstoezicht op.

Tot slot moeten de mannen samen een schadevergoeding van 500 euro aan elk van de politieagenten betalen.