De verdachte ontkent dat zij opzettelijk brand heeft gesticht in haar eigen huis. Volgens haar is het niet bewust gebeurd. Op basis van het dossier kan de rechtbank niet concluderen dat de verdachte een vooropgezet plan had. Wel is sprake van voorwaardelijke opzet. Uit onderzoek in de woning blijkt dat op verschillende plekken op de grond benzine lag. Het is niet precies duidelijk hoe de benzine op de grond in brand is gevlogen, maar de rechtbank kan tot geen andere conclusie komen dat dit moet zijn gebeurd door toedoen van de verdachte. In een filmpje, gemaakt door de verdachte, is namelijk te horen hoe ze zegt dat de helft van haar benzine weg is. Ook kan worden vastgesteld dat de verdachte, op het moment dat zij wist dat er benzine op de grond lag, waxinelichtjes heeft verplaatst en een aansteker heeft gebruikt. De verdachte had kunnen weten dat er zo brand zou ontstaan.