Begin dit jaar deed de GGD aangifte bij de politie. Van een journalist hoorden zij dat sprake was van een datalek. Persoonsgegevens uit een systeem dat gebruikt werd voor de registratie van coronatesten zouden online worden verhandeld. Hier zaten ook gegevens bij van bekende Nederlanders. Uit onderzoek bleek dat twee medewerkers van het GGD-callcenter de dossiers van twee specifieke bekende Nederlanders hadden bekeken. Op de telefoon van de 21-jarige man werden vervolgens 62 foto’s gevonden met persoonsgegevens. Ook stond op zijn laptop een Excelbestand met de gegevens van nog eens 36 personen. De politie ontdekte dat de man via verschillende social media kanalen en de berichtendienst Telegram 230 advertenties had geplaatst. Zo schreef hij: “Ben je opzoek naar iemand zijn adres, BSN-nummer etc. Dan ben je hier aan het juiste adres. Bericht me voor meer info.” De man vertelde op zitting dat hij uiteindelijk aan één iemand de gegevens van een ‘gewone’ burger heeft verkocht en dat hij daar €50,- aan Bitcoin voor kreeg.

De 23-jarige man uit Alblasserdam verkocht geen persoonsgegevens, maar zocht in het GGD-systeem wel de gegevens van 20 personen op. Van vier bekende Nederlanders stuurde hij het via WhatsApp door naar een vriend. De rechtbank rekent het deze verdachte zwaar aan dat hij ook de gegevens van twee misdaadjournalisten verspreidde, van wie bekend is dat zij ernstig worden en werden bedreigd. Juist bij deze personen brengt het inzien en verspreiden van hun persoonsgegevens extra veiligheidsrisico’s met zich mee. Toen de verdachte de gegevens doorstuurde, verloor hij de controle over bij wie de gegevens terecht zouden kunnen komen. 

De rechtbank legt de 21-jarige man die de gegevens te koop aanbood een celstraf op van 10 maanden waarvan 5 maanden voorwaardelijk. Met aftrek van het voorarrest betekent dit dat hij nog voor 2 maanden terug de gevangenis in moet. De 23-jarige man is veroordeeld tot een celstraf van 60 dagen waarvan 34 dagen voorwaardelijk. Wat overblijft staat gelijk aan zijn voorarrest. Daarnaast legt de rechtbank hem een taakstraf op van 180 uur. De straffen zijn lager dan door de officier van justitie geëist. De rechtbank houdt onder andere rekening met de jeugdige leeftijd van de verdachten.