De rechtbank kan niet vaststellen of de fietser, die uit een donkere hoek aan kwam fietsen, fietsverlichting aan de voorkant had en daardoor (voldoende) zichtbaar was. Er is wel een brandend wit lichtje in de berm gevonden, maar er kan niet worden vastgesteld of en zo ja hoe dit op de fiets heeft gezeten.
De rechtbank concludeert dat de verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig heeft gereden. Hij reed minstens 24 kilometer per uur harder dan daar was toegestaan. Dit terwijl het op dat moment donker was en knipperende oranje verkeerlichten aangaven dat er een gevaarlijk kruispunt was, waar ook fietsers konden oversteken.