De rechter oordeelt dat de gemeente de wet verkeerd toepast en stelt haar in het ongelijk. Uit de wet blijkt dat de jeugdhulpverlener gegevens uit het dossier binnen drie maanden moet vernietigen als betrokkene daarom verzoekt. Dit ligt anders als duidelijk is dat het bewaren van de gegevens belang heeft voor anderen, maar dat heeft de gemeente in dit geval niet aangetoond. De gemeente vond het ook niet nodig om dat aan te tonen.
De rechtbank begrijpt niet hoe de gemeente tot de door haar gehanteerde uitleg is gekomen dat het jeugdhulpdossier altijd 20 jaar bewaard zou moeten worden. Bij raadpleging van vakliteratuur en diverse eerdere uitspraken, had de gemeente kunnen concluderen dat zij de wet onjuist toepaste. De rechtbank heeft de indruk dat er bij de gemeente een situatie is ontstaan waarbij het in procedures met de moeder inmiddels gaat om gelijk krijgen en de gemeente daarbij de inhoud uit het oog verloren is.