De rechtbank vindt bewezen dat de verdachten de dieren de nodige verzorging hebben onthouden.
Zij hebben ervoor gekozen om een groot aantal dieren te houden. Dit verplicht hen om te voldoen aan de eisen die worden gesteld aan een goede zorg voor deze verschillende dieren. Verdachten voldeden keer op keer niet aan de eisen die gelden op het gebied van huisvesting, voer en water en medische verzorging, met ernstig dierenleed tot gevolg. Op de rechtszitting hebben de verdachten geen inzicht getoond in het strafwaardige van hun handelen en het dierenleed dat dit handelen heeft veroorzaakt.
Omdat de vrouw de grootste verantwoordelijkheid droeg voor de verzorging van de dieren, legt de rechtbank haar een taakstraf van 200 uur op, waarvan 50 uur voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Dit is een hogere taakstraf dan de officier van justitie heeft geëist. Voor de man vindt de rechtbank een taakstraf van 50 uur passend.
De rechtbank ziet geen aanleiding om een verbod voor het houden van dieren op te leggen, zoals de officier van justitie had geëist. De laatste overtreding is inmiddels bijna 3,5 jaar geleden geconstateerd en tijdens de laatste controle van eind 2024 zijn geen nieuwe overtredingen geconstateerd. Niets wijst erop dat de nieuwe dieren, die de verdachten de afgelopen twee jaar weer houden, niet goed worden verzorgd.