De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het voorschrift van de burgemeester, waarin het open vuur wordt verboden, niet goed is onderbouwd. Vast staat dat het de burgemeester bij het stellen van het verbod op open vuur niet gaat om het vernietigen van het boek, maar alleen om het feit dat er een open vuur zal zijn. De burgemeester heeft niet goed kunnen uitleggen waarom de aanwezigheid van open vuur om een boek te verbranden tot wanordelijkheden zal leiden bij tegendemonstraties. De voorzieningenrechter heeft daarom besloten een uitzondering te maken op het voorschrift dat er geen open vuur mag zijn tijdens de demonstratie.
Aan de uitzondering heeft hij wel de voorwaarden gesteld dat alleen één boek in een bak met zand wordt verbrand, er een blusdeken en een brandblusser voorhanden zijn om snel in te kunnen grijpen, de verbranding niet langer duurt dan 15 minuten en dat het vuur meteen gedoofd wordt als er toch ongeregeldheden zijn.