Het jonge broertje van de jongen die een visum aanvraagt, is in maart 2024 ernstig gewond geraakt door hondenbeten. Zijn been is geamputeerd. Voor aanvullende behandeling is hij met hun moeder naar Nederland gekomen, het traject kost veel tijd. Ook is er een nieuwe operatie nodig. De oudere jongen is bij zijn oma in Suriname gebleven. Naarmate het verblijf in Nederland langer duurt, wordt dat steeds lastiger. Zijn oma kan door haar slechte gezondheid niet langer voor de jongen zorgen. Hij is al bijna een jaar gescheiden van zijn moeder en broertje. Moeder heeft al twee keer voor hem een visum aangevraagd, zodat hij bij haar en zijn broertje kan zijn. Zij heeft zelf wel een visum. De aanvragen voor het visum zijn afgewezen door de minister van Asiel en Migratie, omdat het doel van het verblijf in Nederland onvoldoende zou zijn aangetoond.
De moeder geeft aan dat ze in een onmogelijke positie zit, omdat ze een keuze moet maken tussen haar twee kinderen. Haar oudste zoon is net zo goed afhankelijk van haar, ook al woont hij nu bij zijn oma. Tegen de afgewezen visumaanvraag is op 20 november 2024 een bezwaar ingediend. Omdat de beslissing daarop uitblijft, vraagt de jongen nu in een spoedprocedure of de voorzieningenrechter de minister kan opdragen hem het visum te geven.