Laden...

Visum Surinaamse jongen voor hereniging moeder en ziek broertje

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Noord-Holland > Nieuws > Visum Surinaamse jongen voor hereniging moeder en ziek broertje
Haarlem, 15 mei 2025

De rechtbank Noord-Holland heeft besloten dat een 12-jarige Surinaamse jongen een tijdelijk visum moet krijgen om in Nederland weer bij zijn moeder en zijn jongere halfbroertje te wonen. Dat broertje heeft een Nederlands paspoort en is hier voor medische behandelingen die nodig zijn na een ernstig bijtincident.

Gescheiden van moeder en broertje

Het jonge broertje van de jongen die een visum aanvraagt, is in maart 2024 ernstig gewond geraakt door hondenbeten. Zijn been is geamputeerd. Voor aanvullende behandeling is hij met hun moeder naar Nederland gekomen, het traject kost veel tijd. Ook is er een nieuwe operatie nodig. De oudere jongen is bij zijn oma in Suriname gebleven. Naarmate het verblijf in Nederland langer duurt, wordt dat steeds lastiger. Zijn oma kan door haar slechte gezondheid niet langer voor de jongen zorgen. Hij is al bijna een jaar gescheiden van zijn moeder en broertje. Moeder heeft al twee keer voor hem een visum aangevraagd, zodat hij bij haar en zijn broertje kan zijn. Zij heeft zelf wel een visum. De aanvragen voor het visum zijn afgewezen door de minister van Asiel en Migratie, omdat het doel van het verblijf in Nederland onvoldoende zou zijn aangetoond.

De moeder geeft aan dat ze in een onmogelijke positie zit, omdat ze een keuze moet maken tussen haar twee kinderen. Haar oudste zoon is net zo goed afhankelijk van haar, ook al woont hij nu bij zijn oma. Tegen de afgewezen visumaanvraag is op 20 november 2024 een bezwaar ingediend. Omdat de beslissing daarop uitblijft, vraagt de jongen nu in een spoedprocedure of de voorzieningenrechter de minister kan opdragen hem het visum te geven.

Beslissing van de rechtbank

De voorzieningenrechter kan in de spoedprocedure over deze aanvraag alleen meegaan in het verzoek als daar een zwaarwegend spoedeisend belang voor is en sterk getwijfeld moet worden aan de rechtmatigheid van het primaire besluit, de afwijzing van het visum. Volgens de rechter is dat hier het geval. In de eerste plaats hebben de zoon en de moeder allebei in hun visumaanvragen het doel en de omstandigheden van hun voorgenomen verblijf in Nederland op dezelfde manier onderbouwd. De moeder heeft wel een visum gekregen. Ook blijkt dat de jongen het biologische kind is van de moeder en zij het gezag over hem heeft, dat de moeder zijn enige verzorgende ouder is en dat de moeder en haar twee zoons met zijn drieën het kerngezin vormen. Ook heeft de voorzieningenrechter gekeken naar het feit dat de broer slechts 12 jaar is en de scheiding een inbreuk op het gezinsleven betekent, terwijl het Nederlandse broertje als Unieburger recht heeft om vrij op het grondgebied van de Europese Unie te verblijven. Door de weigering van het visum van zijn broer, wordt daarop een inbreuk gemaakt. De rechter beslist dan ook dat de jongen moet worden behandeld alsof hij een visum heeft. 

Uitspraken