Laden...

Uitspraken in strafzaken drugslab Kiel-Windeweer: vrijspraak voor wegmaken lichaam

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Noord-Nederland > Nieuws > Uitspraken in strafzaken drugslab Kiel-Windeweer: vrijspraak voor wegmaken lichaam
Groningen, 11 juli 2025
De rechtbank Noord-Nederland heeft vandaag uitspraak gedaan in vier strafzaken die voortvloeiden uit het onderzoek Sumac. Dit onderzoek draaide om een synthetisch drugslab in Kiel-Windeweer. Bij de ontmanteling van het drugslab in augustus 2022 werd ook een stoffelijk overschot van een man aangetroffen in een zogenoemde smeerput. Bovendien bleek het perceel waarop het drugslab zich bevond sterk verontreinigd.

Uit het onderzoek wat daarna volgde is niet met zekerheid komen vast te staan wat de doodsoorzaak is geweest van de overleden man, die één van de ‘koks’ van het drugslab bleek te zijn. Naar alle waarschijnlijkheid is hij overleden als gevolg van vergiftiging met amfetamine. Geen van de verdachten werd vervolgd voor betrokkenheid bij zijn dood, alleen de hoofdverdachte werd vervolgd voor het wegmaken van het stoffelijk overschot.

Bewijsbeslissingen

De rechtbank heeft in de vier strafzaken allerlei uiteenlopende beslissingen genomen over het bewijs. De rechtbank acht bewezen dat de hoofdverdachte, de bewoner/eigenaar van het betreffende perceel, als medepleger betrokken is geweest bij het productieproces. In dit verband zijn diverse overtredingen van de Opiumwet en allerlei daaraan verwante feiten bewezen verklaard. Zo acht de rechtbank naast de drugsfeiten ook bewezen dat de hoofdverdachte elektriciteit heeft gestolen, een elektriciteitswerk heeft beschadigd met gevaar als gevolg en diverse milieufeiten heeft gepleegd, niet alleen op eigen terrein, maar ook door afval van het drugslab te lozen in Norg en Roden. Tot slot acht de rechtbank ook bewezen dat de hoofdverdachte een gewoonte heeft gemaakt van het witwassen van geldbedragen. De rechtbank heeft de hoofdverdachte echter vrijgesproken van het wegmaken van het stoffelijk overschot wat op zijn terrein is gevonden. Er zijn weliswaar aanwijzingen dat hij daarbij betrokken is geweest, maar voor zijn betrokkenheid is geen bewijs.

 
De rechtbank heeft de veroordeling van de hoofdverdachte mede gebaseerd op de verklaringen van de tweede verdachte, een vriend en zogenoemde ‘terreinknecht’ die op het betreffende perceel hand- en spandiensten verrichte, ook ten behoeve van het drugslab. De rechtbank acht hem medeplichtig aan het productieproces in het drugslab. Ook veroordeelt de rechtbank hem voor het medeplegen van diverse milieufeiten. Een derde verdachte – die niet ter zitting is verschenen en kennelijk naar Turkije is gevlucht – wordt ook veroordeeld voor betrokkenheid bij het productieproces. Hij was gedurende enkele dagen als ‘kok’ werkzaam in het drugslab. De vierde verdachte is de vrouw van de hoofdverdachte en medebewoonster van het betreffende perceel. Zij werd enkel vervolgd voor (gewoonte)witwassen van geldbedragen, maar daarvan heeft de rechtbank haar vrijgesproken.


Strafoplegging

Bij de strafoplegging heeft de rechtbank onder meer overwogen dat amfetamine een harddrug is die zeer verslavend en schadelijk is voor de volksgezondheid. Bovendien brengt het productieproces allerlei veiligheidsrisico’s mee, niet alleen voor de producten zelf, maar ook voor omwonenden. Het heeft er alle schijn van dat die risico’s zich in dit geval ook hebben verwezenlijkt. Daar komt nog bij dat de productie van harddrugs vaak ook gepaard gaat met andere vormen van criminaliteit, zoals het witwassen van grote sommen geld en het illegaal lozen van chemisch afval, waarvan in deze zaak eveneens is gebleken.

De rechtbank heeft uiteenlopende straffen opgelegd, waarbij vooral is gelet op de bewezen verklaarde feiten, maar ook op ieders rol daarbij en de persoon van de verdachten zelf. Zo heeft de rechtbank de tweede verdachte verminderd toerekeningsvatbaar geacht.  De hoofdverdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk. Daarnaast wordt aan de hoofdverdachte de maatregel kostenverhaal opgelegd. Dat houdt in dat de hoofdverdachte opdraait voor een deel van de kosten die zijn gemaakt voor de ontmanteling van het drugslab. De hoofdverdachte hoeft niet alle kosten te betalen, omdat er ook andere betrokkenen zijn. De tweede verdachte wordt veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden en de maximale taakstraf van 240 uren. De derde verdachte is al eerder veroordeeld voor een drugsfeit. Hij krijg een gevangenisstraf van 8 maanden.

Uitspraken