Laden...

Caterpillar had OR niet mogen passeren bij intrekken van thuiswerkbeleid

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Oost-Brabant > Nieuws > Caterpillar had OR niet mogen passeren bij intrekken van thuiswerkbeleid
's-Hertogenbosch, 15 september 2025

Caterpillar Work Tools, een bedrijf in ’s-Hertogenbosch, had niet zonder instemming van haar ondernemingsraad (OR) het thuiswerkbeleid voor alle werknemers mogen intrekken. De OR stond daarom in zijn recht om de nietigheid van dit besluit in te roepen. Dat bepaalt de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant vandaag in een kort geding.

In 2016 voerde het Bossche bedrijf in dat thuiswerken mogelijk was voor medewerkers, mits het werk dit toeliet en nadat de leidinggevende dit had goedgekeurd. Voor de werknemers die sindsdien structureel en op vaste dagen thuiswerken is dit vastgelegd in een thuiswerkovereenkomst. In april jl. liet de internationale tak van Caterpillar weten dat alle medewerkers vanaf 2 juni 2025 alle werkdagen op kantoor zouden worden verwacht onder de noemer Return-to-Office.

De OR van de Europese tak van het bedrijf maakte bezwaar tegen die beslissing. Het Europese management wees dat af. Vervolgens liet de Nederlandse vennootschap Caterpillar Work Tools begin juni jl. weten dat het nieuwe beleid ook in Nederland zou worden doorgevoerd. De Nederlandse OR  verklaarde het besluit nietig en stapte naar de rechter. Hij eist dat de bestaande thuiswerkafspraken en -overeenkomsten worden voortgezet totdat hij heeft ingestemd met dit Return-to-Office besluit.

Standpunten

Volgens de OR staat in de wet dat de werkgever instemming van de OR nodig heeft voor elk voorgenomen besluit tot vaststelling, wijziging of intrekking van een regeling op het gebied van arbeidsomstandigheden. Thuiswerken is volgens de OR zo’n arbeidsomstandigheid, die direct invloed heeft op werkdruk en werk-privébalans en daarmee op de psychosociale arbeidsbelasting. Bovendien stelt de OR dat hij het besluit nietig kan verklaren als de werkgever dit zonder de vereiste instemming van de OR heeft genomen.

Caterpillar Nederland voert aan dat de OR te laat was met de nietigverklaring. Dit had binnen een maand moeten gebeuren na de aankondiging van het besluit. Volgens het bedrijf was dat in april jl. toen de internationale tak het besluit aankondigde. De OR reageerde pas op 20 juni. Daarbij komt dat het besluit om het thuiswerken af te schaffen geen regeling op het gebied van arbeidsomstandigheden, aanstellings-, ontslag- of bevorderingsbeleid, personeelsbeoordeling of arbeids- en rusttijdenregeling is, zo stelt Caterpillar. Zij zou dit besluit daarom mogen nemen zonder instemming van de OR.

Oordeel kantonrechter

Caterpillar wilde met het besluit de bestaande arbeidsomstandigheden wijzigen en dus was daarvoor instemming nodig van de OR, oordeelt de kantonrechter. Het doel en de strekking van het besluit is immers het afschaffen van het thuiswerkbeleid, waardoor werknemers elke werkdag op kantoor moeten werken. De arbeidsomstandigheden zijn wezenlijk anders als iemand de vrijheid heeft om één of meerdere dagen per week thuis te werken dan wanneer iemand de volledige werkweek op kantoor moet zijn. Als je thuiswerkt, heeft dat direct invloed op de werkdruk (minder reistijd, de mogelijkheid van het flexibel indelen van werkuren) en de balans tussen werk en privé en daarmee ook op de psychosociale arbeidsbelasting en dus het welzijn van de werknemers.

Omdat de OR niet om instemming is gevraagd, stond hij in zijn recht om het besluit nietig te verklaren. Dit is volgens de kantonrechter ook tijdig gebeurd. De rechter gaat uit van de mededeling van de Nederlandse bestuurder begin juni 2025 als het moment dat de OR werd geïnformeerd over het besluit. De OR heeft daarna binnen een maand gereageerd. Dit betekent dat de bestaande thuiswerkafspraken en -overeenkomsten voorlopig van kracht blijven. Het ligt nu op de weg van Caterpillar om de OR alsnog om instemming te vragen over haar voorgenomen besluit.

Uitspraak