De kanonrechter stelt vast dat het voor de eigenaar vanaf in ieder geval augustus 2022 duidelijk moest zijn dat er een reëel risico bestond dat zij zonder de benodigde vergunning zou komen zitten. Er liep al een tijdlang een uitgebreid Bibob-traject voor horeca- en milieuvergunningen. Ook staat vast dat de eigenaar wist van de komst van de huurder en de door hem geplande koop- en huur en daarmee gemoeide kosten. Omdat de huurder volgens de kantonrechter heeft aangetoond dat hij niet wist van het kunnen wegvallen van de vergunning, had de eigenaar de plicht om de huurder te waarschuwen. Dit betekent dat de eigenaar aansprakelijk is voor de geleden schade van de huurder.
De grootste kostenpost die de huurder stelt te hebben geleden, zijn de aankoop- en renovatiekosten van het chalet. De huurder eist de volledige 51.000 euro voor de aankoop terug. De kantonrechter kan echter niet uitsluiten dat het vakantiepark in de toekomst mag heropenen. In dat geval heeft het chalet nog waarde. Gelet op alle onzekerheden is deze schadepost niet nauwkeurig te bepalen in deze procedure. Zelfs voor een schatting ontbreekt te veel informatie. Daarom moet de schade in een aparte vervolgprocedure worden vastgesteld en vervolgens door de eigenaar aan de huurder worden betaald.
De gestelde investeringen van 27.000 euro aan en rondom het chalet hoeft de eigenaar van het park niet te vergoeden. Er is niet gebleken dat de eigenaar wist dat de huurder deze investeringen zou doen. Ook maakte de huurder de hoogte van de gestelde kosten niet aannemelijk.
De eigenaar moet wel alvast de toestemmingskosten, huur en energiekosten (in totaal 9.312,26 euro) aan de huurder betalen.