De man is geobserveerd en onderzocht in het Pieter Baan Centrum en daarover is uitvoerig gedragskundig gerapporteerd, door onder andere een psycholoog en psychiater. De beslissing om het slachtoffer te doden is weliswaar mede, maar mogelijk niet uitsluitend, ingegeven door een psychotische waan. De rechtbank komt tot het oordeel dat de man door zijn psychische stoornis verminderd tot sterk verminderd toerekeningsvatbaar is en houdt daar bij de strafoplegging rekening mee.
Omdat de man niet volledig ontoerekeningsvatbaar is, maar slechts gedeeltelijk, wordt hij door de rechtbank wel als strafbare dader beschouwd. Wegens de ernst van het feit, het leed dat hij heeft veroorzaakt bij de nabestaanden en de noodzaak van de beveiliging van de maatschappij, acht de rechtbank de oplegging van een gevangenisstraf van 9 jaar en tbs met dwangverpleging passend en nodig.