De beroepschriften van een aantal eisers zijn niet inhoudelijk in behandeling genomen omdat zij geen belanghebbenden zijn bij de vergunning. Hun woning of bedrijfspand is op te grote afstand  van de opvanglocatie om gevolgen van enige betekenis te ondervinden. En de belangen waar de Stichting Uitbanning Genocide voor staat, houden geen verband met de belangen die die de gemeente  moest beoordelen om de vergunning af te geven.
Er zijn ook eisers die in een eerdere fase al hebben gereageerd op  het ontwerpbesluit en om die reden nu een beroepschrift kunnen indienen. 

Een groot aantal beroepsgronden (de redenen om een beroepschrift in te dienen) gaat over de manier waarop het besluit van de gemeente tot stand is gekomen. Volgens de eisers zou de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid druk hebben uitgeoefend op de gemeente en hebben besloten om zelf de vergunning te verlenen. De rechtbank is van oordeel dat de gemeente bevoegd is gebleven om te beslissen over de aangevraagde vergunning. De rechtbank heeft vastgesteld dat er druk is uitgeoefend, maar nergens is uit gebleken dat de gemeente toezeggingen heeft gedaan of zodanig onder druk is gezet dat de gemeente niet anders meer kon dan de vergunning verlenen. De gemeente heeft de aanvraag voor de omgevingsvergunning volgens de geldende regels beoordeeld.  

De rechtbank ziet dat de komst van de opvanglocatie door omwonenden als ingrijpend wordt ervaren en tot gevoelens van (sociale) onveiligheid leidt. De eisers hebben onder meer ook gewezen op de toename van verkeer, aantasting van luchtkwaliteit, hinder voor bedrijven en aantasting van Natura 2000 gebieden. Toch is het oordeel dat de gemeente bij de afweging van alle betrokken belangen heeft kunnen concluderen dat de komst van de opvanglocatie niet leidt tot een onaanvaardbare aantasting van het woon- en leefklimaat en niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. De rechtbank heeft meegewogen dat het COA uitgebreide beheersmaatregelen heeft genomen om risico's, problemen of ongewenste situaties te voorkomen of beperken. 

Naast de gronden die verband houden met de ruimtelijke ordening hebben eisers nog de nodige andere gronden aangevoerd. Zo heeft de gemeente volgens de eisende partijen hen ten onrechte niet de kans gegeven het hotel zelf te kopen. Ook had de gemeente moeten onderzoeken of de vergunning in strijd is met  de Grondwet en internationale verdragen, zoals het Verdrag van Aarhus en het Dublinverdrag. De rechtbank heeft beslist dat al deze gronden niet slagen. 

Dat betekent dat het college van B&W van Tubbergen de vergunning mocht afgeven en daarmee de afgegeven omgevingsvergunning in stand blijft.