Jos L. is in zijn zaken niet verschenen. Ook heeft er zich geen advocaat gemeld die namens hem verweer heeft gevoerd. De rechtbank stelt wel vast dat L. correct is opgeroepen. Deze zaak is dus bij verstek behandeld.

Het OM ging uit van een wederrechtelijk verkregen voordeel van ruim 220 miljoen euro. Daarbij heeft het OM naar het oordeel van de rechtbank een te ruime wettelijke grondslag gehanteerd. Doordat de rechtbank een beperkte wettelijke grond heeft toegepast en doordat de rechtbank enkele verdiensten anders beoordeelt, komt de berekening van het wederrechtelijk verkregen lager uit.

Uit het dossier is naar voren gekomen dat L. grote partijen cocaïne heeft geïmporteerd, die hij met contant geld uit criminele bron heeft betaald. Ook is vast komen te staan dat hij 150 kilo goud heeft gekocht. Volgens het OM heeft L. ook een appartement, dure horloges, handtassen en een auto voor zijn familie gekocht. Dat is niet vast komen te staan. De waardes van deze luxegoederen worden daarom niet meegenomen in de berekening.

In een ontnemingszaak draait het naast het vaststellen van het wederrechtelijk verkregen voordeel om de vraag wat de veroordeelde moet betalen. Als er al voordeel is ontnomen, wordt dat van de betalingsverplichting afgetrokken. Vast is komen te staan dat een aantal cocaïnetransporten van L. is onderschept.

Bij elkaar is dat zo'n 13.000 kilo cocaïne met een gezamenlijke waarde van 30 miljoen euro. Om het geld dat L. met zijn criminele activiteiten verdiende uit te rekenen wordt de waarde van die inbeslaggenomen cocaïne afgetrokken van het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel.

Bij elkaar komt de rechtbank uit op een bedrag van bijna 127 miljoen euro aan wederrechtelijk verkregen voordeel en een betalingsverplichting van 96 miljoen euro.