Laden...

Beoordeling belastingaanslagen en boeten voor vakantieparkbedrijf, haar directeur en zijn ex-echtgenote

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Zeeland-West-Brabant > Nieuws > Beoordeling belastingaanslagen en boeten voor vakantieparkbedrijf, haar directeur en zijn ex-echtgenote
Breda, 07 mei 2025

De belastingkamer van de rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft beslist op beroepen van een vakantieparkbedrijf, haar directeur en zijn ex-echtgenote. Deze partijen waren het niet eens met verschillende soorten belastingaanslagen en boeten over de belastingjaren 2014 tot en met 2018.

Vennootschapsbelasting en dividendbelasting

De rechtbank acht bewezen dat het vakantieparkbedrijf een geldstroom buiten de administratie hield (zwarte omzet), waardoor er te weinig vennootschapsbelasting is betaald. De Belastingdienst heeft dus terecht navorderingsaanslagen met boeten opgelegd over deze jaren. Omdat de rechtbank ook aannemelijk acht dat de zwarte omzet aan de directeur/enig eigenaar is toegekomen, had er ook dividendbelasting betaald moeten worden door het bedrijf. Omdat dit niet is gebeurd zijn er terecht naheffingsaanslagen dividendbelasting met boeten opgelegd.  De rechtbank oordeelt dat de vier vennootschapsbelastingboeten op zich terecht zijn opgelegd, maar wel te hoog zijn. De inspecteur heeft volgens de rechtbank verder niet de geldende procedureregels gevolgd bij de dividendbelastingboeten over de jaren 2016 en 2017. Om die reden zijn die twee boeten vernietigd. De overgebleven dividendbelastingboete over 2015 is terecht opgelegd, maar is te hoog volgens de rechtbank. Al met al heeft de rechtbank de volgende boeten gehandhaafd voor het bedrijf:

 

Boete vennootschapsbelasting 2014€ 380.000
Boete vennootschapsbelasting 2015€ 480.000
Boete vennootschapsbelasting 2016€ 680.000
Boete vennootschapsbelasting 2017€ 680.000
Boete dividendbelasting 2015€ 180.000


Inkomstenbelasting

De Belastingdienst heeft verder inkomstenbelasting met boeten nagevorderd van de directeur over de jaren 2014 tot en met 2017. Voor het jaar 2014 is de Belastingdienst volgens de rechtbank te laat geweest met het opleggen van de belastingaanslag en een boete. Die zijn dan ook vernietigd. Voor de jaren 2015 tot en met 2017 acht de rechtbank bewezen dat de zwarte omzet buiten de boeken om direct ten goede is gekomen aan de directeur die tevens enig aandeelhouder is  van het bedrijf. Dit had door hem moeten worden aangegeven als inkomen. Dat is niet gebeurd en daardoor is te weinig inkomstenbelasting betaald. De inspecteur mocht die inkomstenbelasting navorderen met boeten. De volgende boeten zijn gehandhaafd voor de directeur: 

Boete inkomstenbelasting 2015 -   €40.000
Boete inkomstenbelasting 2016 -   €40.000
Boete inkomstenbelasting 2017 -   €40.000

Bij de ex-echtgenote is ook de navorderingsaanslag inkomstenbelasting over 2014 vernietigd. Omdat de directeur en de ex-echtgenote in 2015 tot en met 2017 nog getrouwd en dus fiscale partners waren, is de helft van de uitgedeelde zwarte omzet aan haar toegerekend. Volgens de rechtbank zijn daarom terecht belastingaanslagen opgelegd over die jaren.  De rechtbank is van oordeel dat niet overtuigend is bewezen dat de ex-vrouw zelf bewust onjuist aangifte inkomstenbelasting heeft gedaan. Dat is wel nodig om een boete op te kunnen leggen. De boeten die zijn opgelegd aan de ex-vrouw zijn daarom vernietigd.    

Uitspraken